Het dagboek of De kroniek

September.

Den 1. hebben de twee municipalen Graven geassisteerd met Martin de Gruyter, kerkmeester, en Heldebeutel met J. Rutten in 't Ven de collecte begonnen; den 2. begonnen alle vier ook binnen de stad.

4. hebben zij het gecollecteerde na middag op de pastorie gebracht, in 't geheel 744-4-0.

Item hebben drie particulieren mij nog thuis gebracht 79 gulden; dus in totaal aan geld 823-4-0 Kleefsch. Gekregen van het klooster Maria-weide, Kruisheeren, Annunciaten, ieder een malder koren. H. Geest heeft

[p. 129]

ook een malder koren gepresenteerd, maar heb het niet willen ontvangen, hun goed hart was mij genoeg; zij hebben 5 vat gerst gegeven, willende doen als andere kloosters. Uit het Ven en buiten heb ik gekregen omtrent 9 malder koren. Haec, et plus benedicat Christus! (dit en nog meer moge Christus zegenen!)

12. hoorde men de groote nederlaag der Franschen boven aan den Rijn.

13. werd veel pulver uit het arsenaal ingescheept.

Denzelfden dag waren veel karren geladen met haver, en vertrokken naar Kempen, waar veel volk werd verwacht, alsook naar Breyell, Bracht en Kaldenkirchen.

Ook werd omgeroepen, dat er eene razende koe was geweest, dat ieder zijn honden 14 dagen in huis moest houden.

De Gereformeerde Kerk werd wedergegeven; het Engelsch bisquit dat er nog in was, werd naar de studentenscholen gevaren. Den 16. contremandé.

14. werd gepubliceerd de verkooping van goederen en landerijen van de proostdij van Meerssen omtrent Maastricht. Deze waren door de Franschen als nationale goederen aangeslagen, mits zij behoorden aan de abdij van Aucourt (Eau-Court) in Artois, zijnde Benedictijnen (lees: Augustijnen, tot omstreeks 1640 waren er Benedictijnen, A.J.A. Flament), als die van St. Gertrudis te Leuven (dit waren Benedictijnen). Nota. De verkooping was gesteld op 2 vendémiaire V. année, dat is naar onzen stijl 23 September.

22. 's avonds arriveerden 9 karren met gekwetste Franschen en keizerlijken in 't hospitaal.

23. na middag arriveerden 49 karren om haver op te laden in de Kruisheerenkerk.

25. vóor den middag werden brieven rondgedragen aan den commissaris, employés des bureaux enz. enz., gelastende een emprunt forcé (gedwongen leening) onder hen aan de Republiek te betalen.

26. werd veel haver uit de Kruisheerenkerk ingescheept.

27.-28. 's nachts zijn alle looden goten, aan de Groote Kerk hangende, gestolen, wel 24 voet hoogte.

28. Werd omgeklopt dat niemand lood mocht koopen,

[p. 130]

maar de verkoopers aan de Municipaliteit aanmelden.

Dien dag kwamen weer veel koeien op 't kerkhof.

Ook werd van het stadhuis de suppressie der kloosters afgelezen¹.

Mun. Op den 5. dag complémentaire verscheen eene proclamatie over klachten van rentheffers, de achter zijnde betalers werden gemaand.

1 Het decreet der opheffing is van 1 September. In het departement der Neder-Maas werden 116 religieuze gemeenten er door getroffen. Hesse Jaarb. 82, uit Daris Histoire du diocèse de Liège IV 14.