Het dagboek of De kroniek

April.

Den 4. arriveerde een statenbode, die meebracht, dat geen timmerhout noch schepen buitenslands mochten gaan.

8. kwam van Gelder een met de quota van de geestelijke contributie: 562-10-0 voor den Pastoor van Venlo en 11 gulden voor de heeren kapelaans. Daarop heeft de directeur Herbin den 9. eene representatie opgesteld, toonende, dat de quota van den Pastoor onrechtvaardig en volstrekt onmogelijk was.

10. 's morgens is de Directeur met het heele bureau naar Aken vertrokken.

11. kwam antwoord van Gelder, die quota was gesteld door de syndici der geestelijken en moest betaald worden, daarna kon ik spreken, ik behield het recht mijne contributie van de Municipaliteit weerom te vragen. Den 12. heb ik dat antwoord van Gelder aan den Directeur van Aken gezonden.

[p. 103]

11.-12. 's nachts waren 333 Hollandsche koeien op het kerkhof, deze werden van tijd tot tijd geslacht en vele zijn naar Bonn gestuurd.

14. heeft de stadsrentmeester Mooren de 80 gulden contributie komen restitueeren en ook aan de heeren kapelaans de 20 gulden.

15. 's avonds kwam van Gelder, dat de contributie moest betaald worden binnen drie dagen, op poene van executie. Nihil horum! (niets daarvan!)

16. werd het koren der particulieren en burgers in requisitie genomen en zou door de soldaten uit de huizen gehaald worden; daarop heeft de Municipaliteit goedgevonden bij de particulieren en burgers koren te gaan leenen, want er was broodsgebrek voor het garnizoen en de burgers. Het brood kostte 20 stuiver (1 g. Kl. of 46 c. Holl.), doch hier heeft de visitatie opgehouden, ieder leende al wat, zoodat er in voorzien werd.

19. was het middelpand van de Groote Kerk weder gerequireerd om te dienen voor magazijn van hooi en stroo. Aan de twee eerste pilaren langs den toren inkomende, begon een staketsel (schutting) van planken tot aan de twee laatste pilaren voor het koor, zoodat wij niets hadden als den ingang door de torendeur, het O.L. Vr. pand en het koor met de St. Luciakapel. Denzelfden dag werd ook de Kruisheerenkerk in requisitie genomen voor meelmagazijn. In de H. Geestkerk werd het geslacht koeien- en ossenvleesch ingezouten.

21. arriveerden uit Holland wel 80 schepen met meel en 20 met hooi en stroo (en koeien K.), zijnde uit het keizerlijk magazijn, dat te Muiden in Holland was.

24. kregen de burgers hun geleend koren weer en den 26. begon men per poort het contributiegeld ook aan de burgers terug te geven.

Denzelfden dag werden te Blerick door 40 huzaren koebeesten weggehaald en in de stad gebracht, die daags daarna ten deele geslacht en ten deele naar Bonn gedreven zijn.

25. werd omgeklopt, de burgers moesten zich voorzien voor dubbele inkwartiering; 's avonds kwamen 800 man van Maastricht.

[p. 104]

26. vertrok ons garnizoen naar Roermond en zoo naar Normandië in Frankrijk.

Denzelfden dag arriveerden na middag wel 300 karren van de kanten van Thienen (fr. Tirlemont), Zoutleeuw (fr. Léau), St. Truyden, om tonnen met meel uit de schepen te laden en via Coblentz te varen. Arme schelmen! - Zoo duurde dit den 27., 28. en 29., alle dagen.

30. werden de aken, die van Luik met kolen gekomen waren en gelost hadden, in requisitie gesteld om geladen met zakken meel naar Maastricht te varen. Ik heb 4 karren kolen gekocht voor 10 gulden de kar.

In April zijn geweest 72 administratiën en 37 gestorvenen.