Het dagboek of De kroniek
(1982)–J. Chr. van Postel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
‘'k heb 't gehoord’. Wel, zei conraetz, zal 't dan biddag zijn? ‘Als 't gepubliceerd wordt, zal 't zijn’. Maar, zei Conraetz toen, ik zou dat nu gaarne weten, of het zal zijn, om het ook aan de kloosters te doen aanzeggen en den Magistraat te convoceeren. ‘Als 't gepubliceerd wordt zal het zijn’. Hiermee hebben de twee ambassadeurs heel vriendelijk... hun afscheid genomen. 13. omtrent 1 uur kwam de stadsbode Lenders bij den koster vragen: Is de biddag gepubliceerd? ‘Daar is niets gepubliceerd dan de aanstaande huwelijken’. 14. was het gereformeerde biddag, maar in onze kerk ofte anderen is niets geschied; noch iemand van den Magistraat heeft ons aangesproken. 16. werd van den Magistraat mondeling aan Stockelmans geordonneerd om aan het Manhuis 300 gulden van het kerkgeld te tellen. Hiertegen protesteerde Thyssen, vertrok terstond naar Roermond en gelastte Stockelmans geen geld te geven. 17. kwam Thyssen weerom met orders van den Bisschop om geen kerkgeld aan den Staat of het Manhuis te geven, daarenboven dat de heer Bisschop, op request, aan hem door Thyssen gepresenteerd, gelastte de Moederkerk te witten, hetgeen de Magistraat wilde beletten. 29. zijn Vorsterman en Willemsen hun reden aan den Bisschop gaan voordragen, nomine magistratur (namens den Magistraat), waarop de Pastoor van den Bisschop eenen brief ontving, behelzende om aan Thyssen te communiceeren van die 300 gulden aan het Manhuis te tellen, en dat de kerk moest gewit worden. |
|