voor haar beangstigde moeder - maar hoe kan ik het doen voor haar afwezende vriendin? - Gij wilt immers liever alles weten, dan gerust blijven zonder grond.
De lieve zieke heeft mij nu een voorgevoel omtrent haar vroege dood ontdekt, en dit voedt mijn kwellende vrees. Ik vond haar voor enige dagen in haar slaapkamer, met een bloemglas, waarin een verwelkte violier stond, in de hand; zij zag het bloempje zo lang treurig aan, totdat een weerhouden traan erop nederviel; ik vroeg naar de reden; zij antwoordde mij niet dan met een weemoedige glimlach; doch nu versta ik haar treurig bedrijf. O hoe schoon is haar karakter! haar zachte vriendelijkheid, haar edele grootmoedigheid doet mij haar met een diepe eerbied beminnen. - Op haar ziekbed is zij het geduld en de goedheid zelf; zij roemt, hoeveel zij ook lijdt, meer dan zij klaagt; zij bemoedigt haar bekommerde moeder en mij; en spreekt als zij spreken kan, van haar vriendin Elize, doch meest van Emilia; in verwarde dromen, of mijmeringen, is uw naam altijd op haar lippen, zij maalt, met een hijgende adem, in afgebroken verwarde voorstellingen, somwijlen van een graf, van een boom; spreekt van de maan, en noemt dan uw naamen, als zij die noemt, schijnt haar verzwakte stem nieuwe kracht te ontvangen. De God van haar leven zal, hoop ik, haar redden. Hoe gelukkig reken ik mij dan aan haar ziekbed tegenwoordig te zijn! Doch sterft zij, hoeveel zal ik dan in haar verliezen en hoe zult gij dan te moede zijn, die zo nauw aan haar verbonden zijt? - Was de reis niet zo ver, hoe gaarn zou zij u bij haar zien, maar welke moeite valt zulk een vriendschap te zwaar! - Wie weet welk een gelukkige uitwerking deze vreugde op haar herstelling hebben zou? - Kom, beste vriendin van mijn Eufrozyne, verlicht door uw komst haar smarte en stort balsem in 't hart van de zuchtende
sofia