Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen
(1993)–Hugo Pos– Auteursrechtelijk beschermdHugo Pos, Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen. In de Knipscheer, Amsterdam 1993
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen van Hugo Pos uit 1993.
redactionele ingrepen
Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 6, 78, 82, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
HUGO POS
VOORDAT IK AFREIS
NESTORIAANSE KWATRIJNEN
IN DE KNIPSCHEER
[pagina 1]
VOORDAT IK AFREIS.
NESTORIAANSE KWATRIJNEN
[pagina 2]
Van Hugo Pos
Het doosje van Toeti, verhalen, 1985 |
Een uitroep zonder uitroepteken, kwatrijnen, 1987 |
De ziekte van Anna Printemps, verhalen, 1987 |
Reizen en stilstaan, reisverhalen en herinneringen, 1988 |
Het mausoleum van de innerlijke vrede, verhalen, 1989 |
Van het een, verhalen, 1992 |
[pagina 3]
HUGO POS
VOORDAT IK AFREIS
NESTORIAANSE KWATRIJNEN
IN DE KNIPSCHEER
[pagina 4]
Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen
Copyright © 1993 Hugo Pos
Vormgeving omslag Ahrend Terpstra
Foto omslag Bert Beelen/H.H.
Eerste uitgave november 1993
In de Knipscheer, Singel 450, 1017 av Amsterdam
isbn 90 6265 384 7 cip nugi 310
[pagina 79]
INHOUD
Ik spreid de vingers van mijn hand | 7 |
Ik-verzen, weet ik, maar wat blijft er over | 8 |
Bedenk m'n zoon dat alles wat gebeurt | 9 |
Ik schrijf een vers, herken de woordenbrei | 10 |
omar khayyan, hoe schamel klinkt mijn klagen | 11 |
Alles is vluchtig, niets is nagelvast | 12 |
Geel van de berken, roestbruin is de heide | 13 |
Wat heeft de dageraad voor zin | 14 |
Wat of de dagen splijt, de roezige, de lome | 15 |
god is dood | 16 |
Ik haal de splinters uit mijn glazen oog | 17 |
Ik prees de liefde honderd-duizendvoudig | 18 |
denken (i) | 19 |
denken (ii) | 20 |
Herhalen wat zich niet leent voor herhalen | 21 |
Veel trammelant, ik had niet in de gaten | 22 |
Op mijn begroting staat de post | 23 |
De maan gaat schuil achter de heuvelrug | 24 |
Gedongen naar de volheid van het leven | 25 |
Toen ik de deur had dichtgedaan | 26 |
angst | 27 |
tennis | 28 |
Jong als Iskander. Verticaal | 29 |
De tropenjaren, nee, niet dubbel tellen | 30 |
De pijlen volgen, groene, rode, blauwe | 31 |
[pagina 80]
Binnen de ruimte die elastisch is | 32 |
Laatbloeier zeggen ze. Houdt dat soms in | 33 |
Memoires, vrienden, zijn verlakkerij | 34 |
Ik zag een jongetje een sneeuwpop maken | 35 |
In de savannen wonen Indianen | 36 |
Als er geen leven is, is er geen Dood | 37 |
Leven is op z'n zonnigst in de winter | 38 |
Vanavond zeg ik onherroepelijk nee | 39 |
Het ritselen van blaren, die muziek | 40 |
Het tergen van de dood, spelen van spelletjes | 41 |
De Bhagvad-Gita, keer op keer gelezen | 42 |
annapurna | 43 |
bangkok | 44 |
goa | 45 |
voor mani | 46 |
voor rumi | 47 |
Suzuki heeft de Zen voor ons beschreven | 48 |
De levensavond. Het onvoorstelbare | 49 |
i | 50 |
ii | 51 |
voor bhai (James Ramlall) | 52 |
voor frederic prokosch | 53 |
voor paul celan | 54 |
voor paul van ostayen | 55 |
voor guido gezelle | 56 |
voor j.c. bloem | 57 |
voor j.c. van schagen | 58 |
voor catullus | 59 |
[pagina 81]
voor primo levi | 60 |
voor melle | 61 |
voor wassily kandinsky | 62 |
Juist toen ik dacht dat denken mij bezwaarde | 63 |
Soms denk ik dat de maan dit jaar | 64 |
Beschouw wat ik blijmoedig zeg | 65 |
De fröbeljaren toen we leerden lezen | 66 |
Het hier en nu, het alomvattend heden | 67 |
Rechttoe, rechtaan, het was mij niet gegeven | 68 |
Dat tijd zich achterwaarts kan gaan bewegen | 69 |
Stil op een leeg terras gezeten | 70 |
Gedroomd dat ik de emir was die kon bepalen | 71 |
Gekrompen in de was | 72 |
Het einde van de wereld | 73 |
Ik vroeg mijn goeroe: ‘Waar ontspringt de droom | 74 |
Straks als het over is, niemand meer weet | 75 |
Tot slot: dat ik zo'n lange weg | 76 |
Voordat ik afreis, Charon, heel licht, handbagage | 77 |
[ achterplat]
HUGO POS (Paramaribo, 1913) debuteerde op 71-jarige leeftijd met de veelgeprezen verhalenbundel ‘Het doosje van Toeti’. Sindsdien verschenen nog drie verhalenbundels, een bundel reisverhalen en herinneringen en de kwatrijnenverzameling ‘Een uitroep zonder uitroepteken’. En nu hij tachtig wordt, verblijdt hij ons met een nieuwe bundel:
Voordat ik afreis. Nestoriaanse kwatrijnen.
Hoewel hij aan zijn proza zijn grote faam te danken heeft, is het schrijven van kwatrijnen voor Hugo Pos altijd de meest geliefde bezigheid gebleven. Deze voor het merendeel nieuwe kwatrijnen zijn gegroepeerd rond het thema van de ouderdom en de naderende dood.
Voordat ik afreis, Charon, heel licht, handbagage, de boedel opgedeeld, de leeftocht weggedaan, gun mij een laatste blik als zwermen ganzen in V-formatie naar het zuiden gaan.
De bijzondere kracht van deze kwatrijnen - en van zijn gehele oeuvre - is dat Hugo Pos toch zo zwaarwichtige thema's zo lichtvoetig weet te verwoorden.
IN DE KNIPSCHEER