Het talmen van de tijd
(2000)–Hugo Pos– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
[pagina 51]
| |
II
Wakker worden, vreemd, ervaren
dat mijn lifeboat weggevaren
naar...? (vraagteken,)
...
land nog niet in zicht gekregen.
| |
[pagina 52]
| |
III
Nu sloten dood en leven een verbond.
Temidden van onzekerheden werd er voor mij
een zone geschapen. Dood deed niet moeilijk
geeuwde en zei: hij zij in Madurodam kalief.
| |
[pagina 53]
| |
IV
Gestegen op het scorebord
van x naar y, daar bleef
de wijzer weif'lend steken
Z, bijna binnen handbereik.
| |
[pagina 54]
| |
V
Weet ik wel zeker dat ik leef
en denk en doe of is het schijn
dat ik nog altijd het kwatrijn
als ademtest verbaasd beleef?
| |
[pagina 55]
| |
VI
Of moet men tarten wat men heeft gehad,
een tropenland, herinneringen
keren terug, de vluchtelingen,
wie maakt zijn huiswerk ooit af?
| |
[pagina 56]
| |
VII
Van alles rijp en groen verslonden
ik hoor het krassen van Poe's raaf,
wie zingen kan, de laatste ronde,
die zinge mee het Nevermore.
| |
[pagina 57]
| |
VIII
Wat heb je nou weer uitgespookt, o dood,
mijn nummer - waarom - uitgeloot, o dood,
ben ik soms Job door God gesard, o dood,
is dit beloning, is het straf, o dood.
|
|