die gaat opbloeien nadat het geweld is
gekeerd.
Als ik een schipbreukeling was geweest had ik het vers in een fles kunnen stoppen
en op zee laten ronddobberen tot iemand het vond. Nu bleef het in mijn hoofd
hangen totdat ik het in 1957 afstond aan Teroenga, een joods
blaadje, dat in Suriname werd uitgegeven. Phili Samson, de redacteur, vroeg me
wanneer ik het geschreven had en ik moet toen gezegd hebben 1943. Dat klonk
plausibel, maar nu ik erover denk was dat niet meer dan een slag in de lucht.
Wanneer het in mijn hoofd is opgekomen weet ik namelijk niet meer. 1942, nog
voor de Wansee-conferentie, die de totale liquidatie van de joden inhield, had
het even zo goed kunnen zijn.
In 1957 was ik rechter in Suriname. Eddy Bruma, advocaat, uitgesproken
revolutionair, leider van de nationalistische culturele groepering Wi Egi Sani
(Onze eigen dingen) had het gelezen en kwam geestdriftig naar me toe alsof hij
in mij een geestverwant had ontdekt. In die ongedwongen tijd mengden rechter en
advocaten zich vaak na gedane arbeid in de kamer van de griffier - mijn goede
vriend Jules Welles - voor een ontspannen praatje. Andere reacties behalve die
van Bruma heb ik geloof ik niet gehad.
Als ik in de oorlog omgekomen was, zou dit vers voor mijn nabestaanden enigermate
tot troost hebben kunnen strekken. Nu dit niet het geval is moet ik mezelf
troosten met de gedachte dat ik, die niet kan tekenen of schilderen, toen, laat
ons zeggen in 1943, een poging heb gedaan om een zelfportret te schetsen.
Gelijkend of niet-gelijkend, dat doet er nu niet zoveel meer toe, het is in
ieder geval authentiek. Maar wat de onverschrokkenheid van de woorden betreft,
neem van me aan dat ik zelfs te bang ben om in het zwembad van de duikplank in
het water te springen. Ik zou het vers daarom als een schoolvoorbeeld geschreven
in de aansporende wijs, de hortativus, willen classificeren.
In 1944 bevind ik me voor een opleiding bij de nica, de
Netherlands-Indies Civil Affairs in Melbourne. De oorlog in Azië is
nog in volle gang en het is de bedoeling dat we na de