Zanglievende uitspanningen
(1788)–Olivier Porjeere– Auteursrechtvrij
[pagina 59]
| |
[pagina 60]
| |
Levis priesterlijken drom
Zag men zijnen pligt betaalen,
't Reukwerk, dat ten Hemel klom,
Voegde aan 't Opperpriesterdom;
Mijrrhe, Onyche en Galbans schaalen
Kunnen bij dien geur niet haalen,
Die, in Goëls priesterwerk,
Zich verspreid door zijne kerk.
Nardus, Kalmus, Cinnamoom,
Uitgezogte Sarons bloemen,
Vruchten van den Appelboom,
Bij den levendigen stroom,
Deeden, ja, de Bruidkerk roemen;
Maar zij doelt, met die te noemen,
En met vruchten aan haar deur,
Op Messias kleedren geur.
| |
[pagina 61]
| |
Schoschannim, gij schraagt het lied,
't Liefdelied op Englenwijzen;
Hoor wat ieder Siöniet
In zijn Vorst en Priester ziet:
Goëls lof moet troonwaart rijzen;
Schoonste! wie zou u niet prijzen?
Melchizedek sluit mij meê
In uw priesterlijke beê!
|
|