Zanglievende uitspanningen.
De huisklok.
Stem: Wijkt Schepselen, enz.
Schutte, Gez. D. II. blz. 40.
Gij spreekt, door 't heen- en weder slaan,
ô Huisklok! mij geduurig aan,
Wijl mijne stondjes grafwaart gaan;
Wie weet hoe kort mijn tijd zal duuren!
Uw wékker drijft mijn slaapzucht uit,
En roept, met rinkelend geluid,
Dat op mijn koestrend leger stuit:
Tel, sterveling, uw vliegende uuren.