| |
| |
| |
Maar ick sal hier noch by voegen tot waarschouwinge een korte openinge van de grofste abuysen, daar in haer het Synodus ontgaan heeft, ende daarom haar ghegevene sententie van gheener waarde moet ghehouden worden; ten dienste van die gene, dien het te moeyelijck is 't voorgaande verhaal te lesen ofte daar uyt te versamelen 't gene te desen eynde behoort.
| |
I.
Het Synodus is geweest de formeele partye van de Remonstranten in de hedensdaagsche gheschillen, ende heeft haer tegen de selvighe seer partydighlijck gedragen: nochtans heeft het Synodus sich aangenomen selve in dese haare sake, ofte onderlingh geschil, Richter te zijn; Welck is tegen alle reden ende billijckheyt.
| |
II.
Teghen de kracht van redenen, die voort gebracht werden, heeft het Synodus doorgaans gestelt hare ey- | |
| |
ghene censuren, ende de authoriteyt van de Hoge Overheydt. Als oock somtijts eenighe teghen-reden van den Synodo, ofte sommighe in den selven, voorgestelt werden, is niet toegelaten, dat die souden ge-examineert worden. De Synodale authoriteyt moest het alles wech draghen.
| |
III.
Als de Remonsten. den Synodo meermaels aanboden, in vriendelijcke ende Cristelijcke conferentie over de verschil-poincten met haar te komen; het ware dan by monde, ofte by geschrifte: Met vele redenen bewijsende, dat sulcke maniere van doen niet alleen billijck, maar oock hoognoodigh was; jae biddende haar door de alderheyligste name Christi dat sulcks soude mogen geschieden, heeft het Synodus 't selvige tot verscheyden malen gantschelijck afgeslaghen, ende alle hope om daar toe te komen afghesneden.
| |
IV.
Het Synodus heeft den gheciteerde Remonsten. willen voorschrijven, wat sy souden spreecken ofte | |
| |
Swijghen inde verhandelinghe ofte verdediginghe van haare eyghen sake; tegen de beloften, die haar in de citatie-brieven ghedaan waren, ja teghen alle recht ende reden. Hun werde verboden te spreecken van de leere der Contra Remonstranten, hoe-wel bewesen werde, dat die de swarigheydt in den lande veroorsaackt hadde, zijnde de eere Godts nadeeligh, de godsaligheydt schadelijck, ende de geheele verkondiginghe des Evangelij: vruchteloos makende. In plaatse dat men de Remonstranten soude toelaten vrye verklaringe van haar eygen gevoelen, quelden men haar met eenighe vraghen, daar op men wilde, dat een yder hooft voor hooft soude antwoorden; ende liet het Synodus haar daar van niet af-leyden, hoe-wel de Remonstranten aanboden op alle haare vragen, al warense honderden oft duysenden, schriftelijck te antwoorden, mits dat sy beneffens dat antwoordt mochten hebben vryheyt, om eyndelijk haar gevoelen te verklaren. Men geboot hun mede, in verdediginge van hare leere niet voorder te gaan, dan | |
| |
het den Synodo, hare partye, behagen soude.
| |
V.
Als de Remonstranten aenwesen, dat de eysch des Synodi street tegen Godts woort ende naturlijcke billickheyt, ende dat over sulcks de Remonestranten de selvighe niet konden nakomen, heeft het Synodus daar op gheen achtinghe ghenomen, noch oyt ghearbeydet om hare conscientien beter te onderwijsen; maar heeft door hare authoriteyt ghesocht te heerschen over de conscientien der Remonstranten.
| |
VI.
De Remonstranten zijn inden Synodo ghedreyght met politijcke straffen teghen alle recht ende ghebruyck der Synoden.
| |
VII.
Het is in den Synodo tot een Crimen den Remonstranten gereeckent, dat sy het ghevoelen van eenige Reformeerde Leeraars wilden wederlegghen: soo dacht het Synodus aan den Eet, daar mede sy haar verbonden hadde, om na Godts woordt alleene te oordeelen.
| |
| |
| |
VIII.
Het Synodus met veele verbloemde woorden den toehoorders willende wijs maken, dat sy den Remonstranten behoorlijcke vryheydt, toe lieten, hebben betoont sulcks niet te meenen, besluytende eyndelijck alle't gheene sy wilde toelaten in dese vrage, of sy de resolutie des Synodi wilden simpelijck ende sonder alle conditie gehoorsamen.
| |
IX.
Het Synodus heeft de Remonstranten met on-Christelijcke hevigheyt tegen alle reden uytgeworpen; daar sy t'aller ure vaardigh waren na luyt van de citatie-brieven ende na eysch der saacke met den Synodo te handelen; Jae ter selver ure, als sy uytgeworpen wierden, nocht een lang schrift tot verklaringe van haar eerste artijckel over gaven.
| |
X.
Het Synodus heeft gheoordeelt van het ghevoelen der Remonstranten uyt eenige hare boecken; niet teghenstaande, dat de Remonstranten betuygden, dat die boeken niet uyt aller name uytghegheven waren, ende | |
| |
dat sy wat meerder om segghen hadden.
| |
XI.
Alsoo de Remonstranten, uyt den Synodo uytgheworpen zijnde, door last van de Heeren by geschrifte gestelt hebben hare vorder verclaringhe ende defensie van de 5. Articulen, ende de selve schriften den Synodo in handen gestelt zijn; heeft het Synodus eenighe der selve alleenlijck ter loop gelesen, na-latende dat hun mishaagde; eenige gantsch niet gelesen.
| |
XII.
De Oratien, die teghen de Remonstranten in den Synodo gehouden zijn, zijn gedaan in openbare vergaderinge: maar het voor-lesen van de boecken der Remonstranten ende eenighe hare schriften, is geschiet met besloten deuren.
| |
XIII.
Het Synodus heeft de Remonstranten, na dat sy uytgeworpen waren, noyt noch door uytheemsche, noch door inlandsche ghesocht beter te onderwijsen.
| |
XIV.
De sententie des Synodi te- | |
| |
gen de Remonstranten is gebout op notoirlijcke vlasche fundamenten; stellende dat de Remonstranten overwonnen zijn van alsulcke saken, daar van sy noyt in den Synodo beschuldight zijn, ende daar van gheen handelinge aangestelt is geweest.
| |
XV.
Is mede in desen Synodo, daar alles in Latijnsche tale verhandelt is, geweest ymant als een lit des Synodi, die geen Latijn verstont: dese heeft de Eedt, in't Latijn voorghestelt, al mede gedaan; over alle voorvallende saken, mede gegaan; ende de sententie oock over de Remonstranten gevelt.
| |
XVI.
De belofte van vry-gheleydt, den Remonstranten ghedaan, is op verscheyden manieren in desen Synodo onbehoorlijck gevioleert.
Uyt dese saken ofte handelinghen des Synodi kan een yder oordeelen, door wat geest dese Synodalisten geleydt zijn, ende wie in desen Synodo ghepraesideert heft: ende dat haar geensins ernste is geweest, de scheure Josephs te heelen, maar alleenlijck | |
| |
gearbeyt heeft hare factie door onderdruckinge van ander te stercken, ende hare alrede voor-gegevene vonnissen ende condemnatien een verwe te soecken: die sy, God lof, noch niet gevonden hebben. Hare bitterheyt, valsheydt, boosheydt, ende liefdeloosheyt kan van alle menschen ghesien worden. Blijckt, dat de Remonstranten te rechte tegen alsulcken on-Christelijcken Synodum geprotesteert hebben; ende noch daghelijcx het volck aarschouwen, om met de constitutien deses Synodi gheen ghemeenschap te hebben, noch haar door eenighe uytterlijcke schijn ofte Name des selven te laten misleyden. Het is soo partijdighen Synodus, als oyt gehouden is: valsche leere is dar gearresteert: on-Christelijcke proceduren zijn daar op gevolght. God behoede alle Godsalighe herten, om met haar gemeenschap te houden.
FINIS.
|
|