Op de Geneesheeren en Wondartsen van Delf en Delfshaven, byeen geschildert door Thomas vander Wilt, en hangende op de ontledingkamer der genoemde stadt.
ALdus heeft Vander Wilt de Delfsche Hippokraten
En Podaliriën vereeuwigt door 't penseel.
Men kroon' hun vlyt en trou, zoo nut voor steên en staten.
De kunst die 't leven schoort verstrekt een lantjuweel.
Apol noch Eskulaep dient min geëert te blyven
Dan Jupiters gezagh en Herkules bedryven.
Anders.
BEschou alhier, met eerbiet en behagen,
Der Helden beelt die zorg voor 't leven dragen,
En graf en doot veel hoop en buit ontjagen.
Nogh.
ZIe Febus, Eskulaep, Machaon, Podalier,
Hippokrates, Galeen en Avicenna hier,
Met andren die hun werk van Chirons heelkunst maken.
De ziekten zyn verschrikt daer zoo veel Artsen waken.