Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Gedichten. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,29 MB)

XML (0,56 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Gedichten. Deel 2

(1728)–H.K. Poot

Vorige Volgende
[p. 392]origineel

Samenzang.

Mopsus. Dorinde.

 
Mopsus.
 
Dorinde, Puikschoone, myn lust en myn leven,
 
Wiens wezen zoo lang in myn hart stont geschreven;
 
Ai zie hoe de telgen en 't liefelyk kruit
 
Verjeugden, nu 't voorjaer den hemel ontsluit.
 
Dorinde.
 
Dat zie ik, o Mopsus, en kan my verblyden;
 
Maer wend my die oudemanslonken ter zyden.
 
Uw kruin noch uw kin wort geen lente gewaer:
 
Zy voên in den zomer een' winter van hair.
 
Mopsus.
 
Al klimmen de jaren, al dalen de krachten;
 
De liefde blyft leven in ziel en gedachten.
 
O zwierige Schoonheit daer Febus van zong!
 
De zoete Mei maekt d' oude boomen weêr jong.
[p. 393]origineel
 
Dorinde.
 
Het zy zoo: wat wilt gy hiermede dan zeggen?
 
Z' is Fransch, of gy hebt my die tael uit te leggen.
 
Gelykt gy u by d' oude boomen in 't wout,
 
Zoo sticht hier een kluisje, en wees niet meer stout.
 
Mopsus.
 
Een kluisje zou my al te spoedigh verveelen,
 
Of gy most dan ook in zyn eenzaemheit delen,
 
En spreiden de matten, en dekken ons zacht.
 
De koude valt lastigh by dagh en by nacht.
 
Dorinde.
 
Maer gy zult my evenwel nimmer bekoren.
 
Een praetje begeert gy, en ik ben geboren
 
Om vreugt te hanteren in 't lachende groen.
 
Het is 'er niet alles met praetjes te doen.

Vorige Volgende