Zijnsvariaties, Verbovelden

[p. 34]

[p. 35]

De filosofie van het Alsofaant.

1

Dwangcirkel bestaande uit zeer kleine rechte lijntjes.

De oneindigheid van een aantal

oneindig korte ogenblikken,

het onbepaalde van bijna onkenbare feiten.

De cirkel een polygoon.

Eeuwig leven in al kortere momenten, tijdatomen.

Oorspronkelijkheid zonder kenbare oorsprong.

Individu bestaande uit vele co-existenties.

* *

Ik een fictie, een fluxie.

2

Fricties het waardevolste element van ficties.

Geen ego zonder extra-ego's, extra neo's,

tegen-ikken.

* *

Wij onbewezen ficties, fluxies.

[p. 36]

[p. 37]

3

Fluxies als fictie.

Zien - of dubbelzien -

van een alsof-ik.

Het door- en door zien

van denkbeeldig tot evenbeeldig.

De dupliciteit van het pseudo-toeval.

*

Schijntweelingen. Schijnleven.

Schijnasterisken.

*

Zich mensaardig verbeelden
als ingebeeld multibeeld.

Weldra denken wij ons allen

alleen nog maar wederzijds

in een wereld van een gedeeld alsof.

Gaat heen en vermindert u.