De afstandminnaar
1
's Ochtends meteen als de delicatessenwinkel open is koop ik een croissant en een klein potje vruchtenyoghurt en zet het voor haar deur. Kus de top van mijn middelvinger of wijsvinger en druk een vluchtige vingerkus op beide gaven, die men wel offergaven mag noemen. Poets mijn snorharen en trek mij achterwaarts terug.
Dit doe ik nu al twee weken en ze weet nog steeds niet wie ik ben, tenzij ze aan de overkant in een portiek heeft staan kijken of, bedenk ik nu, mij op dit moment staat te observeren.
Met trillende snorharen verwijder ik mij.
Morgen zal ik er een fraai gedraaide krokante reuzenkrakeling bij doen.