Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 225] [p. 225] Puck in ‘Een midzomernachtsdroom’ of Sociologie van de minnaar Je werpt me soms een hand toe voorbijsuizend in een voetganger of ondeugend opduikend uit een boek. Je rijdt door mij heen als een lachende auto en ik merk het niet eens. Werkelijk, je bedriegt mij met mijzelf. Dan speel ik voorzichtig een toneelspeler die zich betrapt weet. Door mijn vier ogen kijk je naar hem, ernstig, en ik steel een agent van politie voor je om mij te vangen, en fijne agent van moraal. Spreek je, woorden springen als officieren in de houding, koop je iets, je koopt de allerzotste droom en je proklamaties, nooit op schrift gesteld, doen alle ministers rinkelen van het lachen omdat ze alleen voor mij waar zijn. Ik schud je woorden als waterdruppels af en speel opnieuw een toneelspeler, éen die zich betrapt weet. Door mijn vier ogen kijk je naar hem - wantrouwend - en weer steel ik een agent van politie voor je om mij te vangen. Een fijne agent van moraal. Kijk, zozeer bedrieg je mij met mijzelf. Vorige Volgende