Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Boomgedicht Zoveel als deze boom heb ik nooit beloofd: mijn schaduw is minder, mijn nutteloze insekten tieren weliger, geen konijnen nestelen aan mijn voet. Wèl is mijn schors schor en hees en ik overschreeuw mijzelf dagelijks met kinderen en bladeren. Traag en moeizaam is mijn ringen en even moeizaam wen ik aan het snoeien van handen, de taal die mensen spreken. Uit mijn hout worden geen goden gesneden, ook zonder hen wordt mijn hout ouder. Soms is het in mijn merg zo onophoudelijk donker als in het windstil centrum van een ziekte; je hoort er mensen als marmotten piepen diep uit de zwartste zwammen van hun menszijn. Maar jij die uit dit hout een stem wilt snijden, snijd een stem. Zoals mijn litteken is zing ik. Mijn litteken is mijn sieraad. Vorige Volgende