Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] De dichter als gynecoloog I Men denkt het obsceen: het woord boom kruisen met het woord antenne. Maar hoe mild ligt niet overal de poëzie uitgespreid als een groen wieglend bed en hoe onwijs paren niet ideeën in een filosofisch handboek, een staatkundig handboek, een handboek voor administratief bedrijfspersoneel. En de dichter? Gemotoriseerd zoekt hij de los rondzwevende betekenissen bijeen: eenden, fladderende vodden. Hij is een voddenvanger, landarbeider, gynecoloog. Standbeelden bevrucht hij, de lucht, rijkelijk geïrrigeerd, beploegt hij, papier met fijne spieren geprepareerd, masseert hij dagelijks. Jaja, hij is een groot irrigator, een groot verloskundige, een voddenvanger van formaat - [pagina 144] [p. 144] II Hulptroepen Hulptroepen rekruteert hij uit hemel en haven; arbeidzame woorden importeert hij uit verafgelegen dichters, smeden smeedt hij uit ½-goden, ¼-goden en experimentele goden en uit de ziekenhuizen laat hij beelden in hun herstelde betekenissen toe. Gevraagd voor onmiddellijke indiensttreding: voor de afdeling hemelbouw voor de afdeling dichtkunst montage-bankwerkers afschrijvers-ijzerwerkers (motoren en turbines) plaatwerkers aanpikkers ketelmakers kotteraars çaulkers fraisers hakkers draaiers boorders (centerbanken en carrousselbanken) tankpersers branders sleeschavers klinkers pijpenbuigers tegenhouders handvormers handlangers zandbereiders vooral handlangers afbramers [pagina 145] [p. 145] III Woorden Woorden zijn te vroeg afgedreven vruchten: slechts 1 op de 225 woorden draagt vrucht. Gedichten dan zijn de voedingsbodem van die vruchten: eiwitten, mineralen, vitamine A′ en E‴, calcium, psychoriel, teosoot. Erogene gedachten versnellen de groei. Een sterk gesteriliseerde god ziet toe dat de geest van chlorofiel zijn deel krijgt. Hij licht zijn hoed op. Ik neem zijn plaats in. Ik dicht een kwitantie. Vorige Volgende