Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Realismen [pagina 139] [p. 139] Kijkplaat in zwart en wit I Dit zijn de legers van gehouwen steen, de 10.000 dichters, monniken zonder god; de witte legers van verplegers en verpleegden; de blanko legers van ontvrorenen en besneeuwden, de defilees van foetussen en volleerde geesten. De standbeelden trekken op, de brillen trekken op, de snorren, de dromen trekken op, rommelend op wielen, de huizen, de lantarens en schrijfmachines trekken op, de woorden trekken op. De zon als een goed kardinaal geeft hun alvorens zij sneuvelen zijn zegen. [pagina 140] [p. 140] II Maar de dichter in zijn pyjama van maan en nacht blijft achter, 1 meter achter de dingen, als een belgisch bierpaard achter een tractor, als een engel achter zijn trefzekere angel van geluid. Ook zijn woord is machine geworden maar heeft (nog) niet gefunktioneerd. Daarom zon, satelliet, zegen mij telefonisch. Zegen mijn elektrisch scheerapparaat, zegen mijn radio, én mijn radiator, zegen mijn scooter en mijn dagtelefoon, mijn kunstlong en mijn hoogtezon, mijn barometer en mijn schrijfmachine. Zegen mijn wereld. Vorige Volgende