Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] When comedy was king of De dans der molton onderboeken Boy o boy, ik in jacket/een aap in jacket/maar de wereld weer 35 jaar jonger en ik 35 jaar jonger in het donker. Ik moet hardop lachen. Alle tweevoeters bewegen zich zo snel zo snel dat ik ze onmogelijk bij kan houden met mijn sekondenwijzer, met mijn handen als honden. Kijk, alle mensen zijn tinnen soldaten: ze vallen om wanneer mijn winderige blik hen aanraakt, en o, zelfs een glaasje water werkt hilarisch bij herhaling genoten. Nu gaan wij autoos demonteren, nu begeven wij ons in een wippende two-step tussen emigranten die drachtig zijn van toekomstvisioenen of drijven op een magische divan de erotiek tegemoet tussen rietstengels als oude tantes. De dans der zorgeloze broodjes. De Don Quichotterie van motoren zonder motor. Het handenschudden van legio 1-mans poppetjes, huppelende agenten, minutenlang. Een razende tandem voert naar de hemel heel dicht bij, waar de komiek woont die wij steeds opnieuw aanbidden in zijn vorm van eeuwigdurende, onblusbare beweging. Je lacht erom, jij een lorgnet als ouwel in je mond, maar in een ononderbroken gevecht van molton onderbroeken, [pagina 136] [p. 136] van schenenschoppers en vliegende taarten, delven wij het onderspit. Mensen waaien weg (in jacquet), mijn jongensdromen waaien weg (in jacquet), mijn vader waait weg (in jacquet). Alleen The Immortal Baby troont nog hoog boven mijn lachlust. Zijn lach is uitgegroeid tot een forse man. - Dit is twee wereldoorlogen geleden, en 34 kleine oorlogen. Vorige Volgende