Persoon/Onpersoon(1971)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Exemplaar Wees kalm, wees demokratisch met hem. Neem niet de plaats in van zijn hart, betreedt zijn voeten niet, noch zijn zee, noch zijn duinen. De man, hij rust aan het strand als een gedokumenteerd weekblad, als een geïllustreerde wereldkroniek strekt hij zich uit; betreedt hem niet, wees demokratisch met hem. Aanzie zijn lichaam: oprijzend uit de krant zijn knie, geringe rots van kaballa waarop hij lezen heeft geleerd en zijn hoofd die somnambule ballon gevuld met vogels van advertenties waarmee hij denken heeft geleerd. Boven hem sjilpt de zee, ritselt als de deur van papier waardoor hij 's avonds uit zijn dromen weerkeert. Het donkert in het papier en de kleur is de kleur van koorts en de temperatuur is de temperatuur van verdriet. Kreunend vouwt hij zich om: ‘ik heb pijn in mijn Parijs, en o, de Jang tse Kiang stroomt over in mijn ogen, er verdrinken 30.000 Chinezen in mijn ogen, gisteren werd een Hongaar in mijn armen gemarteld, vandaag in mijn lies een Algerijn geëlektriseerd -’ [pagina 127] [p. 127] En geen spierlezer kan hem helpen, geen dichter troosten met woorden. Wie wil kan dit blad omslaan, gaan zonnebaden in een observatorium, wegpeddelen in een boek, zijn tanden blootlachen van pepsodent en zeggen: hoor, de wind is een oratorium, ik voel de meeuwen van geest ín mij. Hij hulle zich in een avondblad, hij douche zich in een ochtendblad. Maar geen spierlezer zal hem helpen, geen dichter van woorden dienen. Vorige Volgende