De noodzaak van het overbodige
(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
de zitters en bezitters, die hun eenmaal verworven bezit fel plegen te verdedigen en minder bereid zijn te delen met anderen, ook als ze van alles veel te veel hebben. Wat de nieuwe neuronomaden echter nastreven is vóór alles de vrijheid om te denken en te formuleren wat ze willen en dat in onbeperkte mate, wat overigens mogelijk is zonder dat iemand tekort wordt gedaan. Lange tijd is het nomadendom van de Aboriginals in Australië als utopisch beschouwd; ze hadden hun land, hun werelddeel opgedeeld in zogeheten ‘songline’, liederentrajecten, die routes en landschap weergaven waar hun voorvader (in diervorm) had gelopen en die hij al benoemend tot de zijne had gemaakt, zonder dat van eigendom gesproken kon worden. Het land was niemands eigendom, men bezat alleen de ‘songline’ als route. Bij aan elkaar grenzende liederenterritoria kon uitwisseling plaatsvinden van routegebraik en van goederen. Goederen hadden evenmin een vaste eigenaar en wisselden regelmatig van hand, sterker, hoe vaker de voorwerpen doorgegeven werden en in het bezit waren geweest van anderen, hoe groter hun waarde. (Vergelijk de kula van de Melanesiërs, waarvoor hetzelfde gold. Het gebruik bestond eertijds van Timor tot Tasmanië en Australië.) Op deze wijze werd het Australische continent van noord naar zuid en van oost tot west met alle herkenningspunten en heilige plaatsen in liederen gezongen en in kaart gebracht, wat vergeleken zou kunnen worden met het oproepen van nieuwe trajecten in brein en computer door de neuronauten en cybernauten, trajecten die van niemand en iedereen zijn. Overigens klinkt het verschijnsel van de Australische ‘songlines’ mooier en onverplichter dan de werkelijkheid was: als een voorouder eenmaal een ‘songline’ gezongen had, dan was deze meteen voorgoed vastgelegd; het nageslacht kon de liederen alleen maar nazingen en dit hoorde men te doen, zo letterlijk mogelijk en zonder fouten, op straffe van strenge straffen, ja zelfs van de dood. Dat waren pas riskante vergissingen en | |
[pagina 219]
| |
riskante liederen. Het verschijnsel doet mij dan ook al te zeer denken aan de geanatomiseerde menselijke figuren vol rode lijnen in oude fysiologieboeken. De neuronale en cybernetische trajecten zijn minder gefixeerd en de laatste kunnen bovendien uitgewist worden, soms zelfs bij vergissing. Ook dit boezemt angst in, een min of meer existentiële zelfs.
* | |
LabyrintEen labyrint is een constructie die wij zelf bedacht hebben en waarin wij ons willen verliezen om vervolgens onze uiterste best te doen ons eruit te bevrijden. Sluiten wij in het binnenste - altijd het centrum! - iets of iemand op, dan willen wij ook dat of die iemand eruit bevrijden, eventueel tegelijk met onszelf. Het diepste dat in het binnenste van het labyrint gelokaliseerd wordt is het geheim, het diepste geheim dat wij willen zoeken zonder het te ontdekken, anders was het niet alleen geen geheim meer, maar wat we zouden achterlaten - in het centrum - was een leegte. Vandaar de vele omwegen die we bij het construeren van het labyrint ingebouwd hebben, de hoeken, hekken en schijnopeningen. In feite is de zoektocht dan ook een schijnqueeste, een kunstqueeste die wij zo lang mogelijk willen volhouden, het is haar functie, bij kunstenaars zelfs een levensdoel. Het protolabyrint, waaruit al onze bedachte labyrinten voortgekomen zijn en dat als model ervoor dient, dragen we dag en nacht met ons mee tot aan onze dood, het oneindige labyrint van het brein: daar zetelt ons diepste geheim dat wij een leven lang proberen te duiden en te ontraadselen zonder er ooit in te slagen. Ons diepste geheim is een labyrint met een schijn-ik erin. (De drempelervaring is het gevoel op de toegangsdrempel te staan van het onbekende, nog ongestructureerde labyrint van | |
[pagina 220]
| |
ons onbewuste, zetelend in het brein met zijn miljarden hersencellen en het vrijwel ontelbaar aantal connectiemogelijkheden, slapende trajecten, onontgonnen associaties. Eén stap over de drempel en we bevinden ons in de neuronale realiteit, vlak ervoor staan we voor louter virtualiteit, een werkelijkheid waarvan we alleen een vermoeden hebben en waarvan ons schijn-ik deel uitmaakt.) |
|