object, of liever, op dat moment zijn ze identiek. Het is dezelfde sensatie die ook mystieke denkers van alle tijden beschrijven, het moment van illuminatie.
Het is de sprong uit de nous (Plotinus), uit de kennis van het voorafgaande in het ongekende en onzekere.
Het is niet de sprong in het irrationele die vroegere christelijke denkers, onder wie Kierkegaard, maar ook een aantal latere fascistoïde ideologen voorstonden; het is de sprong uit de kennis in andere, onbekende kennis, die misschien wel irreëel is, maar niet noodzakelijk irrationeel, een kennis van onbekende begripscombinaties en gevoelsbeelden of gedachten.
De creatieve sprong is bovendien in hoge mate psychologisch en coherent en het hangt in eerste instantie van de aard van het individuele brein en het individuele (on)bewustzijn af aan welke irrationalismen het onbewuste denken onderworpen wordt.
Wenst iemand een god met ezelsoren die hij van achteren wil bespringen, dan denkt hij die. God in de vorm van een volmaakte cirkel is iets wat eerder - bij gesloten ogen - opkomt omdat een lichte druk op de oogballen deze mantrische figuur al produceert, maar een centrum dat samenvalt met zijn periferie is literatuur. Daarna wordt het een metafoor die een mogelijkheid suggereert in de realiteit.
*
Posse esse: de kunst van het kunnen zijn, van de (demon der) mogelijkheden. Een mogelijkheid realiseren is er afstand van doen, is afstand doen van de potentialiteit.
Kunstenaars ervaren deze paradox aan den lijve, niet alleen beeldend kunstenaars die hun producten verkopen.
Scheppen is niet-bezitten.