83
Wildlife (I)
De fiataap
In Big Bend National Park, op de grens van Mexico, onze eerste coyote gezien en meteen kregen we een hilarisch gevoel, net als de eerste keer dat we een beer in het wild hadden gezien, al was het dan op een campground waar hij - net als op de film en tv - de vuilnisbakken leegroofde.
Een paar maal hadden we al coyotes gehoord, in Death Valley en andere woestijngebieden, 's avonds en in de langzaam afkoelende nachten en ook toen hadden we hetzelfde tevreden gevoel, alsof we een klein beetje de oernatuur betrapt hadden.
De coyote heeft iets jongs, ook als hij oud is, en als hij loopt - hij is nooit dik en vet - iets ontwapenends, alsof hij niet de oeroude voorvader van al de gedomesticeerde honden is - dat is hij overigens ook niet -, maar eerder de eeuwig jonge, spontane nakomeling van al die uitgeselecteerden.
Weliswaar heeft hij ook iets gedomesticeerds, net als veel dierentuindieren in het wild, maar niet meer dan 1 à 2%. Hij blijft ongetemd en dat is wat we willen behouden: het toegestaan ongebondene, het gebonden wilde. Een toppunt van civilisatie is wanneer we ons zoiets kunnen permitteren en dat is niet al te vaak. Kunst mag zich in beperkte mate wild gedragen, de natuur in zeer beperkte mate en de rest wordt geciviliseerd of civiliseert zich, zoals die beer in Canada die 's ochtends in alle vroegte de kranen van het golfveld placht open te draaien.
Nu ik erover nadenk geloof ik dat we die werkelijk wilde dieren toch ook een beetje ervaren als een hoogtepunt van veredeld natuurlijk, d.i. kunstzinnig genot, al verschilt de sensatie weer duidelijk van het zien van dezelfde dieren op film en tv. Ze zijn