74
Geschiedenis (I)
Men heeft meer geschiedenis achter zich naarmate men minder toekomst voor zich heeft.
Dit geldt zowel voor het individu als (waarschijnlijk) voor de menselijke soort, d.w.z. voor de laatste omdat het (herinnerde) verleden meer gewicht krijgt als pseudo-concreet gegeven tegenover twijfelachtige overlevingskansen, voor het ouder wordende individu omdat het verleden meer gaat leven, het individuele omdat het verleden meer gaat leven, het individuele én het collectieve.
Het levende verleden van de ouder wordende mens is als een achterwaarts gerichte toekomst, aan het einde zelfs letterlijk: terug naar de (an)organische voorhistorie.
*
Verleden is ook hierom omgekeerde toekomst: het moet zich steeds opnieuw waarmaken, anders leeft het niet voort.
Feiten, voorvallen, figuren komen te vervallen - terecht of onterecht -, andere worden pas echt geschiedenis.
Paradox: het verleden is niet voor het herleefd wordt.
*