‘Ich habe es oft gesagt und werde nie davon abweichen: die Darstellung tödtet das Darzustellende, zunächst im Darsteller selbst, der das, was ihm bis danin zu schaffen machte, durch sie unter die Füsze bringt, dan aber auch für den, der sie genieszt.’ Friedrich Hebbel. (Gecit. in Otto Rank/Hans Sachs: Ästhetik und Künstler-Psychologie.)
Scherp en mooi geformuleerd, maar niet helemaal waar. Het gaat voornamelijk op voor schrijvers (en beeldend kunstenaars) die een, zij het nog vage, voorstelling in het hoofd hebben van iets wat ze willen maken - realisatie veroorzaakt dan vaak een gevoel van verlies en van afkappen van de vele open mogelijkheden die er waren of vermoed werden -, maar veel moderne schrijvers en kunstenaars hebben geen notie van wat ze willen maken voor ze beginnen te schrijven of te schilderen. Wat zij realiseren is het product van hun onbewuste potenties. Zij kunnen niet iets vertrappen wat er niet was of mogelijkheden afdichten die zich pas al schrijvende of schilderende voordoen. Zij schrijven zich open.
*
Het boek dat tijdens het lezen gaandeweg zijn dominerende symbool wordt: Moby Dick wordt Moby Dick, de walvis, die op zijn beurt het reusachtige literaire symbool is dat het hele bewustzijnscomplex omvat van kapitein Arab én dat van Melville, en hiertoe behoren ook de natuur, de oceaan, de seizoenen, het schip dat het schip is en dit alles tezamen wordt de wereld van het symbool. Dit is mijn Moby Dick, in de buik waarvan ik mij bevind, zoals Ulysses mijn geschreven Dublin wordt - dat mijn gestructureerde en geliterariseerde wereld anno 1900 is - en Nachtwachen mijn levenspoppenkast, met Bonaventura, de schrijver, als hoofdrolspeler.