De noodzaak van het overbodige
(2014)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
In beide gevallen kan een te sterk identiteitsgevoel pluralisme in de weg staan of zelfs onderdrukken, in het eerste geval met als resultaat een te star ik, in het tweede bijvoorbeeld door de vorming van een te opgefokt nationaal gevoel en een te zwaar aangezette retoriek en symboliek (Frankrijk), het smeden van een geforceerde sociaal-politieke eenheid (de voormalige Sovjet-Unie) of de wens het land te zuiveren van vreemde smetten (Duitsland, het voormalige Joegoslavië). Vreemde invloeden, dissonerende trekken kunnen echter een verrijking - of zelfs het behoud - betekenen voor de eigen cultuur; de kracht en vitaliteit van mengculturen is juist hun bevruchtende heterogeniteit. Nog afgezien daarvan dat een star identiteitsbeeld een soepel sociaal functioneren en inspelen op veranderde sociale en sociografische omstandigheden bemoeilijkt, wat voor de evolutie in alle stadia een handicap is geweest, zoals het omgekeerde een positieve kwaliteit was. Ian Buruma merkt in een interview op dat het gevaarlijk is wanneer mensen een zo ondefinieerbaar begrip als identiteit monolithisch beginnen voor te stellen - ofwel gaan isoleren en verabsoluteren -, waarna het erop uitloopt dat ze zich ‘een beeld scheppen van identiteit’. Zoals eertijds ook het scheppen van een godsbeeld, kun je eraan toevoegen, een beeld van uniciteit en geforceerde oorzakelijkheid & teleologie, ja zelfs een scheppend beeld, een datmet terugwerkende kracht - zelfscheppende en kosmosscheppende krachten bezit & bezat. In beide, of in alle drie de gevallen geldt dat een te rigide identiteitsgevoel verhindert dat anderen gezien worden zoals ze zijn: hun beeld of nabeeld wordt volgeprojecteerd (met een getransformeerd ik of anti-ik) en aldus gefixeerd. Men ziet die anderen zoals men ze wil zien en blijft ze zo zien. Een gewijzigd beeld zou met het beeld van de eigen identiteit in strijd geraken en misschien het resultaat een gevecht op leven en dood zijn, een gevecht tussen twee identiteiten, mensbeelden, protobeelden, | |
[pagina 54]
| |
nabeelden, waarbij de levenden dienen als martiale vooruitgeschoven pionnen in opdracht van die beelden. Maar alleen de laatsten verwonden elkaar, vaak dodelijk, de eersten zijn onkwetsbaar. |
|