5
Klinkende stiltes
Bruckner: ‘Gott hat z'erts den Adam g'macht (de grondtoon), und er hat eam bald dö Eva geb'n (de kwint), und dö zwoa san net alloan blieb'n (de terts).’
In zijn arme begintijd was de kinderlijke bouwmeester van complexe muziekstracturen o.a. Chormeister van een gezelschap muzikale onbenullen, ‘Fröhsinn’ geheten. Een van de grappen die de koorleden zich veroorloofden was op een afgesproken plaats waar de meester een absoluut pianissimo verlangde helemaal geen geluid te geven.
Bruckner reageerde tevreden: ‘Ja, zo is het prima.’
Waarschijnlijk hoorde hij de melodie in zijn hoofd. Naderhand zou hij de ‘klinkende generale pauzes’ uitvinden, die hij in zijn latere symfonieën zou toepassen.
Het is deze gedachtenoot, de pensato, die tot de mooiste en meest essentiële uit de muziek behoort, het gehoorde onhoorbare.
Idem het gedachte woord, het tussen de regels lezen, de betekenissen en tonen van het tussenwit en margewit. Op die manier wordt ook een groot deel van de wereld en de mensen gedacht, niet alleen in filosofisch-monistische zin.
Vaak heersen de afwezigen, domineert dat wat niet is of niet meer is of nog niet is, ten dele als gevolg van doodgeboren ficties. Voor de rest spreken de levende ficties die de reële tonen en woorden en werkelijkheden uitlokken.
*
Het genre gematigd moderne muziek als die van Martinů: de muziek is uitstekend wanneer je ze iets in de tijd van ontstaan