Lady Godiva op scooter(1960)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] De dochters van Columbus Je borsten wandelen de stad uit; ze zijn op weg naar Santa Cruz de Tenerife om de feesten bij te wonen van de Heilige Maagd. Komen ze een tuinman tegen, zeggen ze: Kus ons; komen ze een zeeman tegen, zeggen ze: Was ons, en tegen de Schepen van Schone Kunsten: Vang ons als een snoek. Geen zonsverduistering belet ze te schijnen, aan palmen te schudden tot citroenen van wind neerregenen als door regen opgefriste gedachten van mensen. In hun korven worden perziken en avocado's de liefste dromen des dictators, zijn dorste bewaart hij voor later. Plotseling overstelpt hij de wereld met dichters om de dood van éen dichter te eren. De eilanden halen rollend elkander in en vormen een pad van paarden en horizonnen; de oude Gouanches herrijzen als prachtig gespierde zonnen; hun zonen spreiden elk een bananeblad waarover je borsten kunnen wandelen als godinnen, d.i. zoals godinnen in oude tijden wandelden. Priesters noch conquistadores leggen hun woorden als sabels op de weg, uit geen kanon ontwikkelt zich een avond; in zee alleen het zachte gehinnik van zeepaardjes waar nonnen als door zee bevangen naar luisteren. [pagina 29] [p. 29] En je borsten wandelen verder, naar Santa Cruz de Tenerife. De tuinman kust ze, de zeeman wast ze en de dictator vangt ze met een meeuw. Zie, o zie, hoe ze kleuren vormen als ogen, ogen als rijpgeboren vruchten, als de vruchten van gedachten die als dichters in de zon langzaam rijpen. Hun schoonzonen vormen een opgewonden volk, hun knipoogjes vormen een vrolijk volk. Vorige Volgende