of een waarvan ze denken dat deze het is: fantasieën met 95% werkelijkheidsgehalte, verdwijnend in of neerdalend uit de wolken en in zijn luchtstraat een enkele transportabele fabriek - en ervaart een lichte trots alsof hij, oude tijdbaas, mede-eigenaar is van alles wat hij waarneemt: visuele eigenaar.
Zich koesterend in het warme licht van zon en complementaire zonnen voelt hij zich plotseling toch weer moe worden, alsof hij te veel gezien heeft, ja, alsof hij wat hij zag in stand moest houden door het te zien, wat hem te veel energie kost, vroeger niet. Te snel vermoeide biomaterie. Zijn vermogens worden zwakker, wat hem onzeker maakt. De volgende generaties zullen onsterfelijk zijn, hij net niet, wat hem weemoedig stemt: het is als het beloofde land van de onsterfelijkheid mogen aanschouwen zonder het te mogen betreden: het beloofde land op armlengte afstand.
Naast hem materialiseert zich zijn nog altijd verjongende Eva. - Leukion, je pil. - Dank je, liefste. Geen gedachte van elkaar is hun meer vreemd; veeleer denken ze elkaars gedachten en houden ze zo in leven of ontdenken ze, wat een troost kan zijn, althans op hoge leeftijd.
Samen begeven zij zich naar het strand, waar vijf, zes generaties nakomelingen baden en windbaden, zonnebaden, naakt, gebruind, zorgeloos: hun levende hiernamaals... Hun ogen laven zich aan hem... Ai, ai... Zijn energie herstelt zich. O broeder mineraal! heb dank.
Om hun hoofd de luchtig zwevende bewustzijnen, onthecht, speels, bijna hoorbaar... boven de oogblauwe zee de kinderen op windvlagen zwevend als aan antieke vliegers, de ouders op het strand verte-communicerend: elkaar beelden toewerpend, ideeën, ellipsen, lemniscaten, elkaar lokkend, breinstrelend ofwel groepsprojecties ontwikkelend, de vormen even zichtbaar in het licht: luid toegejuicht of uitgejouwd: ééndagsgoden als ééndagsvlinders, een goeroe, een atleet, een astronaut, waarna ze weer vervluchtigen of als cirruswolkjes wegdrijven naar de horizon.