| |
| |
| |
Bronnen, waaruit werd geciteerd of waaraan informatie werd ontleend
Mr. A.S. de Blécourt & Dr. N. Japikse: ‘Klein plakkaatboek van Nederland’, Groningen, Den Haag, 1919. (Verzameling van ordonnantiën en plakkaten betreffende regeeringsvorm, kerk en rechtspraak - 14de eeuw tot 1749), p. 11-13. |
‘Beschryvinge van Amsterdam’ (door Tobias van Domselaer), Amsterdam, 1665, p. 20-23, 31-32. |
R. Murris: ‘La Hollande et les Hollandais au XVIIe et au XVIIIe siècles, vus par les Français.’ Paris, 1925, p. 27-29 |
Paul Zumthor: ‘Het dagelijks leven in de Gouden Eeuw.’ Dl. II. Utrecht, 1962. (‘La vie quotidienne en Hollande au temps de Rembrandt.’), p. 27-28. |
G. Brugmans: ‘Onder de loupe van het buitenland.’ Baarn, 1929, p. 27-28. |
Walich Sywaertsz: ‘Roomsche Mysterien ontdekt.’ Amsterdam, 1604,P.32-34. |
Lambertus Hortensius: ‘Het boeck van den oproer der Weder Dooperen.’ (Naar vertaling van oorspronkelijke latijnse uitgave van 1548, Bazel.) Amsterdam, 1624, p. 38-41, 43-46, 56-58. |
Jan Adriaansz Leeg-water: ‘Een kleyne chronyke.’ Amsterdam, 1714, p.59-61. |
Dr. Joh. C. Breen: ‘Rechtsbronnen der stad Amsterdam.’ 's-Gravenhage,1902, p. 66-68, 73-75. |
‘Vondel's dichtwerken, 1605-1643.’ Met aanteekeningen van Mr. J. van Lennep. Leiden, z.j. Hierin aant. voor begrafenis van de hond Tyter (1634) bij Vondels gedicht ‘Aen alle honde-slagers en hondebeuls, bontgenooten van 't hondekot,’ etc., p. 73. |
Willem Wittkampf: ‘Nader bericht ontbreekt.’ Amsterdam, 1963; ‘Wat mezelf betreft.’ Amsterdam, 1958, p. 77-82, 221
22-2, 238, 254-255, 257-258. |
Prof. Dr. H. Brugmans: ‘Opkomst en bloei van Amsterdam.’ Amsterdam, 19442, p. 82-84, 104-106. |
M.G. de Boer: ‘Een wandeling door oud-Amsterdam,’ (1544)
|
| |
| |
Amsterdam, 1952, 2e herz. druk (1e dr. 1915), p. 106. |
De Navorscher, Amsterdam, jrg. 1860, X, p. 85-87. |
Jacob Landman: ‘Mis-geboorte of Verhael van 't Abbekerker Wijf; haare drie Miskramen; 't Opgraven van drie miszelijcke Poppen;’ etc. Hoorn, 1661, p. 94-95. |
‘Het leeven en bedryf van de hedendaagsche Haagsche en Amsterdamsche Zalet-juffers’ (door Timotheus ten Hoorn). Amsterdam, 1696, p. 100-103, 106-108. |
Citaten over protestakties vnl. uit wijkblaadjes Nieuwsmarkt en Aktiegroep Jordaan, 1971, p. 111-116, 118-119, 133-134. |
‘Historie van den oproer te Amsterdam voorgevallen zedert 31 Januari 1696’ (door Daniel van Dalen en Pieter Scepérus). Amsterdam, 2e dr. 1725 (1e dr. van 1696 is iets anders gespeld), p. 119-137. |
Joris Craffurd: ‘Een generael en kort verhael van de schrickelycke Beroerte binnen Amsterdam voorgevallen.’ (hs. 1696). Delen hieruit opgenomen in ‘Amsterdamsch Jaarboekje voor 1899’, p. 100 e.v.: J.F. Gebhard Jr.: ‘Het aansprekersoproer van 1696’, p. 132-133. |
W.F. van Voorst: ‘Aalmoezeniers weeshuis en inrichting voor stads-bestedelingen; 1 Januari 1666-1 Januari 1916.’ Amsterdam, 1915 of 16, p. 123-124. |
‘Cathechismus, of Onderwijzing in de Christelijke leer.’ Amsterdam, 1862, p. 124. |
Bibeb: ‘Elke winst die een mens neemt...!’ Vrij Nederland, 11 april 1964, p. 148 e.v. |
Gooi- en Eemlander, 19 maart 1964, p. 148 e.v. |
De Tijd, 24 december 1965, p. 148 e.v. |
Het Parool, 17 november 1970, p. 148 e.v. |
Cherry Duyns: ‘Een zondag langs spoor 1A.’ Haagse Post, 23 augustus 1972, p. 157-158. |
Mr. N. de Roever: ‘Uit onze oude Amstelstad.’ 2e dr. 1902, p. 178-180. |
Dr. A. Eekhof: ‘De negerpredikant Jacobus Eliza Joannes Capitein.’ Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis, 1917, p. 181-184. |
| |
| |
G.W. Kernkamp: ‘Johann Beckmann's dagboek van zijn reis door Nederland in 1762.’ Bijdragen en mededelingen van het Historisch Genootschap, 33e dl. Amsterdam, 1912, p. 184-185. |
‘Encyclopedie van Nederlandsch West-Indië’, onder redactie van Dr. H.D. Benjamins & Joh. F. Snelleman. 's-Gravenhage/Leiden, 1914-17, p. 188, 204-205, 209 e.v. |
Dr. J. Sack: ‘Mededeelingen over den ontdekker van het Quassihout.’ Pharmaceutisch Weekblad, jrg. 48. Amsterdam, 1911, p. 186 e.v. |
C.V. Bock: ‘Deutsche erfahren Holland. (1725-1925).’ Den Haag, 1956, p. 193-194, 212-214, 216-218. |
A. van Dantzig: ‘Het Nederlands aandeel in de slavenhandel.’ Bussum, 1968, p. 194 e.v., 303 e.v. |
Jan Wagenaar: ‘Amsterdam, in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen...’ enz. Amsterdam/Harlingen, 1788, dl. IV, p. 203 e.v. |
‘Heedendaagsche historie, of tegenwoordige staat van Amerika’, dl. II. Amsterdam, 1767, p. 211-212. |
‘Bijbel.’ Openbaringen 2: 16-18 en 21: 9 e.v., p. 222-224. |
‘Waarachtige physiologie van Amsterdam, en van de meest bekende van Amstels ingezetenen.’ Eerste jaar, Amsterdam, 1844. Id. II. Amsterdam, 1845-47, p. 240-242, 245-246. |
De Groene Amsterdammer, 6 februari 1971, overgenomen uit Remonstrants Weekblad, 1956, p. 248. |
Is. Querido: ‘Mooie Karel’, dl. IV van Amsterdamsch epos ‘De Jordaan’, 3e dr., Amsterdam, 1925, p. 255-257 |
‘Jaarboek 1970.’ Uitgave van het bureau van statistiek der gemeente Amsterdam, p. 265 e.v. |
‘Statistisch zakboek '70.’ Centraal Bureau voor de Statistiek. Den Haag, 1970, p. 267 e.v. |
R. Buvé: ‘Surinaamse slaven en vrije negers in Amsterdam.’ Tijdschrift voor Taal-, land- en volkenkunde', dl. 119. 's-Gravenhage,1963, p. 301-302. |
|
|