loos rond, op zoek naar een onderkomen, een nieuwe identiteit een soort recycling.
De deeltjes rusten op mensen dieren dingen, dringen er tijdelijk in, nemen (opnieuw) deel aan processen, bewustzijnen, herinneringen, aktiviteiten, fantasieën van de dragers als neutrale minuscule adams, proberen wilsakties uit - tijdens dit proces raken ze al meer en meer bij de aktiviteiten van de wisselende dragers betrokken, worden minder neutraal, meer emotioneel geladen, gericht, interesseren en engageren zich in de species - de chaos die de wereld is doet zich aan het voor in een wordend beweeglijk patroon of schijnpatroon net als voor de mens - tenslotte na een laatste gerichte wilsakte wordt er éen geboren: voor een geest betekent dit het aannemen van materie, tastbaarheid: hij heeft wel voorafgaande ervaringen, herinneringen aan ervaringen (van anderen) maar geen eigen bewustzijn: dat moet hij ontwikkelen (:de nieuwe adam).
Misschien sterven de meeste van die bewustzijnspartikeltjes tijdens hun omzwervingen. Maar i (sommigen) redden het. (Het): het wordt krachtiger en krachtiger-zijn ‘blik’ rust op mij, ik voel het - misschien brengt het zelfs veranderingen in mij teweeg, zoals in anderen, tijdelijk, spontaan - het is door mij heengegaan als een flits. (Of zoals hij een paar weken geleden dacht: Vreemd. De ene keer denk ik, ik ga dit doen en dan doe ik iets anders, en de andere keer denk ik, ik ga dit doen en doe ik het wel. Hoe kan ik nu wijs worden uit mijzelf. Was dit de verklaring?)
(2) Of was het ook mogelijk dat al die deeltjes zich na hun omzwervingen weer verzamelden, geladen met nieuwe ervaringen, een alerter bewustzijn, en samensmolten tot een nieuwe geintegreerde identiteit of de oude maar nu geweldig verrijkte identiteit, een gevarieerde, beweeglijke, pulserende, die voorlopig niet tot rust zou komen. Bij een dichter had hij eens iets dergelijks gelezen. Een Mr Iks die zich aan het begin van de dag opsplitste in tientallen fragmentariese identiteiten die hij als een soort loslo-