gy een ceeltje, daar wy de Pagt willen afhebben? Het eerre en andere by één' der Gerechtsdienaaren opgemerkt zynde, streek deeze den gemelden jongen met zynen rotting lustig om de ooren. De Collecteurs aan dit rumoer wel ziende, dat zy niet veilig waren, borgen met 'er haast hun geld en boeken. De omstanders deezen jongen ziende slaan, begonnen middelerwyl te morren, en vraagden: Waarom de jongen, die niemand kwaad deed, geslagen werdt?
begon de menigte steenen te raapen, en naar de Burgers te werpen, zo dat de Luitenant aan de wang gekwetst, en anderen door 't bloed bezoedeld werden.
zogt het verbitterde volk met zagte en minzame woorden te doen bedaaren; en voegde er by, dat men, zo zy onverhoopt in hun woeden voortgingen, geweld met geweld zou keeren.
.........werden genoodzaakt op de menigte los te branden... Drie werden er dood ter aarde geveld en eenige gekwetst... Onder deezen was een wyf, dat, alle schaamte en eerbaarheid uitgeschud hebbende, om de Burgery te beschimpen, de rokken opligtte en eene onbetamelyke naaktheid vertoonde, waar op zy, onder het uitbraaken van vuile scheldwoorden, lustig de hand liet klinken; in welke gestalte een kogel haar in de bloote dye trof. Men nam haar op en bragt haar naar den zogenaamden Duivelshoek, alwaar zy, na eenige weinige uuren overleed.