De geboorte van een geest
(1974)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd[III]Ik ontdek dat onze hooggeëerde negergast uit Suriname, voor wie ik een blijvend aandenken aan Amsterdam gekocht heb, dezelfde achternaam draagt als de beroemde 18de-eeuwse medicijnman die het koortswerende Quassi-hout (bitterhout) heeft ontdekt, dwz. wat nu achternaam is was toen voor- en achternaam tegelijk, of gewoon naam. ((Plantagehouders gaven hun slaven vaak bijbelse of mytologiese namen, zodat ze een hele stal aan griekse halfgoden en filosofen, schrijvers, geleerden alsook oudtestamentiese aartsvaders en nieuwtestamentiese apostelen onder zich hadden, halfwezens die ze konden ringeloren, tuchtigen en naar hun goddelijke luimen zetten; de vrouwelijke die ze ‘bekenden’ lieten ze een menigte halfgekleurde kristenkindjes voortbrengen, welke weer in het slavenbestand werden opgenomen eigenteelt als slaaf: wraak op de tirannie van hun vaderlijke calvinistiese godsdienst? - in ieder geval moet het hun gevoel van macht nog aanzienlijk versterkt hebben. / ..., kom eens hier!..., kom eens hier!..., Luitenant, Baron, Succes, hierkomen! Winst en Coridon worden gegeseld. Kupido krijgt een Spaanse bok.)) Misschien is Juan Quassi wel een nakomeling van de grote dresi- | |
[pagina 186]
| |
man en loekoeman (geneeskundige en helderziende) en geïntrigeerd door het weinige dat ik over hem las probeer ik meer over deze zwarte reus te weten te komen. (Quassi, denk ik, moet in alle opzichten een formidabele figuur geweest zijn, zowel van gestalte als van talent en geestkracht. Men schatte dat hij omstreeks 1690 in Afrika geboren werd. Hij voerde in opdracht van de toenmalige goeverneur van Suriname vredesonderhandelingen met de bosnegers - naar het oerwoud gevluchte slaven die de randplantages aanvielen - en werd als beloning vrijverklaard. Inmiddels had hij als kruidendokter grote roem verworven met zijn bitterhout. Men meende zelfs dat hij zichzelf van de lepra had genezen. Uit het buitenland ontving hij brieven, gericht aan: De Hoog Edelen en Hoog Geleerden Heer de Heere Philippus van Quassi, Professor in de Kruidkunde in Suriname. Op ongeveer 86-jarige leeftijd maakte hij zijn eerste en enige reis naar Nederland, waar hij door Stadhouder Willem V werd ontvangen en met eerbewijzen overladen. Bij zijn dood in 1787 - hij is dus bijna honderd jaar oud geworden - schreven blanke planters grafschriften op hem. Toch was zijn reputatie niet onverdeeld gunstig.) Het kost mij enige moeite om meer feiten over Quassi op te delven. De meest uitvoerige beschrijving van zijn leven & bedrijf vind ik tenslotte in het Pharmaceutisch Weekblad, jrg. 1911: ‘Mededelingen over den ontdekker van het Quassihout.’ En daar blijkt hij allerminst de zedelijke reus te zijn waarvoor ik hem hield, maar een collaborateur en bedrieger en in feite even korrupt als het blanke systeem in welks dienst hij stond (: nauwelijks vrij begon hij zelf slaven te houden en verried hij zijn gevluchte broeders aan de blanken), even perfide als het systeem van de zwarte heersers en kooplieden in Afrika (die hem en zijn lotgenoten verkochten aan de blanken.)Ga naar voetnoot* Jammer. | |
[pagina 187]
| |
Granman Quassi
|
|