De geboorte van een geest
(1974)–Sybren Polet– Auteursrechtelijk beschermd[XI]'s Maandags dan verscheenen de Borgeren, wel meest van 't witte Regiment, volgens ordre van de Heeren Kolonellen, nevens de Ruiters wederom des morgens in hun volle geweer op de Dam, en besloten aldaar de posten, wanneer d'er omtrent den middag nog zeven misdadige, alle manspersoonen, gelijk de vorens gehangene, en ter zelver plaatse, zonder veel plegtigheden, als dat vier Predikanten, gevolgd van de Heeren Burgemeesteren en Schepenen den sleep verzelden, met de koorde gestraft wierden... Van de zeven laastgestrafte was'er een, die den Beul een mes boven 't hoofd hing, schoon hy anders boven alle kennelijk genoeg was, | |
[pagina 137]
| |
als hebbende geen neus, die hem met beide ooren in den jare 1672 wegens ontrouw in krijgsdienst onder den Held Rapenhaut was afgesneden, daar na met zandkruijen, en andere nog geringer diensten zig t'Amsterdam generende, een der snoodste fielen, die op Donderdag den derden dag des oproers 's morgens vroeg voor 't huis van den Engelschen Konsul het gemeene volk sterken drank had verkoft, en een voorganger in 't rooven en schenden was geweest.Ga naar voetnoot* Zy wierden alle zeven buiten na de galg gevoerd (al waar drie van de vijf vorens geéxecuteerde nu reeds waren opgehangen) dog de gezeide ontneusde vuilik wierd op een horde door de stad gesleept, daar na op 't galgeveld het hoofd afgehouwen, 't zelve op een staak, en de romp op een rad gelegd. Vier der muittelingen, in de hitte der verdediging doodgeschoten, sijn aan beenen daar by gehangen, sulks dat de Volewyk met veertien schandelyke schand-lijken nieuwelijks voorsien, en de Stad Amsterdam van alle geweldplegers verlost, wederom in volle ruste en eendragt hersteld is. |
|