als de wesp onder haar kruipt: hooguit richt ze zich een enkele maal op als de verkenning te lang duurt. Het is alsof de tarantula zich bij voorbaat bij haar lot neer heeft gelegd.
De wesp verlaat nu de tarantula en delft in de nabijheid een graf, waarbij ze zo nu en dan even haar hoofd boven de rand van de kuil uitsteekt om te zien of de tarantula er nog is. Meestal blijft deze zitten waar ze zit en als het graf gereed is keert de wesp naar de spin terug, bevoelt en betast haar weer en schuift vervolgens, met haar vleugels wiebelend, op haar rug onder de tarantula, precies naar de enige plek in de hoornhuid waar zij met haar angel het spinnenlijf kan binnendringen. Dan plant zij haar angel in het zenuwcentrum van de tarantula, waardoor deze verlamd wordt maar niet gedood.
Tijdens de hele manoeuvre heeft de tarantula geen enkele poging gedaan zich te verweren. Pas als ze gestoken is wentelt ze zich een paar keer rond en valt dan verlamd op haar rug.
Daarop trekt de wesp de tarantula aan een poot naar het lege graf en duwt haar erin. Voor 't geval de tarantula zich toch nog zou verzetten verankert ze haar acht poten in de aarde. Daarna legt ze een enkel ei en kleeft dit met behulp van een kleverige afscheiding op de onderbuik van de tarantula en dekt het graf toe.
Als de larve uit het ei komt ligt de levende voedselvoorraad voor haar klaar en gedurende de volgende weken peuzelt ze de tarantula langzaam van binnenuit op, waarbij ze