Binnenstebuitenwereld

[p. 26]

Wachtwoorden. Nachtwoorden

Mijn zoon, twist niet met de materie!

Maar o, de arrogantie van het midden

met zijn ingedikte middenwit

(als opgeklopt oogwit).

De middenman aan de macht,

de zelfverklaarde,

met zijn eeuwige wachtwoorden. (Doodvallen
op een woord, een beeld, een komma.)

(Omhoogvallen

tot in het luchtledige, het ademloze.)

(Hemels brevier:

het ja & amen van de doodbidder.)

Wachtwoorden. Nachtwoorden.

In hem: de vrees voor een voortdurend ondergaande zon,

opduikend uit en onophoudelijk neerdalend

in het volle niets.

Maar even nog is de binnenzee in hem bladstil.
De pure wellust van het nog ongevormde.

zijn vorm voorvoelend.

En in de buitenwereld, badend in eigen ooglicht,
zien de mensen er verraderlijk menselijk uit.

En hij, verlate samoerai-zonder-meester,
zegt: Wij moeten allen iets anders gaan doen.