Romanbeschouwing in voorredes 1600-1755. Deel 2: Teksten
(1987)–Bert Pol– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 93]
| |
Voorrede Van Den uitgever.
1Men begreep eertyds onder den naam van Romans; niet alleen die 2in ongebonden, maar voornamentlyk die in gebonden styl wierden 3geschreven. Giraldi en Pigna, zyn Leerling, in hunne Verhandelingen 4vande Romans, erkennen by na gene anderen en geven Boiardo, en Aristo 5tot een schets, Maar tegenwoordig heeft het tegendeel de overhand 6genomen; en 't geen men eigentlyk Romans noemd, zyn verdichte Liefdes 7Geschiedenissen, de Deugd tot haar Noordstar houdende, in ongebonden 8styl, met Kunst tot vermaak en Leering der Lezers geschreven. Wy 9zeggen verdichte Geschiedenissen, om haar van ware te onderscheiden. 10Wy voegen 'er by Liefdes Geschiedenissen, om dat de Liefde het 11voornaamst onderwerp der Romans moet zyn. Zy moeten in onrym 12geschreven worden om den smaak dezer eeuw te voldoen. Zy moeten 13met Konst, en volgens zekere regels geschreven zyn; anders zouden 14zy een verwarde verzameling zonder orden en schoonheid wezen. Het 15groot oogmerk der Romans, of liever van de Schryvers der zelven, 16moet de Leering hunner Lezers zyn, wien zy de Deugd gekroond, 17en de Ondeugd gestraft moeten vertoonen. Maar gemerkt des Menschen 18geest van natuur vyand van onderwyzingen is, en zyn dwase eige Liefde 19zich tegens deselve aankant, so moet hy door verlokselen der bevalligheid 20bedrogen, en de strengheid der zedeleer door de aangenaamheid der 21voorbeelden verzagt, en zyne gebreken door die in anderen te berispen, 22verbeterd worden. Dus is 't vermaak van den Lezer, 't welk een 23verstandig Roman schryver, zich tot doelwit schynt voor te stellen, 24niet dan een Doelwit ondergeschikt aan het voornaamst, 't geen is, 25de beschaving des Verstandts, en de verbetering der zeden: en de Romans 26zyn meer of min regelmatig, na dat zy zich meer of min van dat 27oogmerk verwyderen. Van dit soort alleen spreken wy; en wy maken 28dit onderscheid tusschen de verdichtselen, en Romans, dat de eersten 29veeltyds kuische ooren ontstichten, en zaken behelzen, die niet gebeurd 30zyn, en ook nooit kunnen gebeuren; maar dat de laatsten, alleen tot 31Deugd opwekken, en zaken behelzen welker omstandigheden kunnen 32waar zyn. 33[Geschiedenis van de oude roman] 34[...] de beste zaken hebben vaak kwade gevolgen: dus is het met de 35Romans gelegen. men beschuldigd hen, dat zy de Godvrucht verflaauwen, 36ongeregelde driften verwekken, en de zeden bederven. Dit 37alles kan gebeuren, en het gebeurd zomtyds. Maar waar van kan een 38bedorve verstand geen kwaad gebruik maaken. Zwakke zielen ver- | |
[pagina 94]
| |
39giftigen zich zelven, en suigen overal venyn uit. Men moet dan de 40Historien hen ook verbinden, die zoo veel verderflyke voorbeelden 41verhalen, en de verdichtselen, waar in de euveldaden door het voorbeeld 42der Goden gestadigt worden. Een marmer beeld, 't welk de openbare 43aanbidding van het gemeen na zich trok, wierd de drift, ongeregeldheid, 44en wanhope van een Jongeling. Cherea van Terente had kwade 45begeerlykheden op het gezicht van een Schilderye van Jupiter, 't geen 46ontzag in alle aanschouwers verwekte. De oude Romans waren door 47bedorvenheid der zeden, en tyden, waar in sy geschreven sijn, somwylen 48al te dartel; maar die van desen tyd, wy spreken van de goeden, zyn 49so zeer van dat gebrek bevryd, dat men daar in geen woord, geen 50uitdrukking zal vinden, die kuische ooren kan kwetsen, geen daad die 51schaamrood doet worden. Zegt men dat de liefde op zulk een bekoorlyke 52en innemende wyse daar in verhandelt word, dat het lokaas van die 53gevaarlyke hertstocht, ligtelyk in de jonge herten sluipt; wy antwoorden, 54dat zy niet alleen niet gevaarlyk, maar in seker opsicht seer noodzakelyk 55is, dat sy van jonge lieden gekend werd, om het oor voor onbehoorlyke 56driften te sluiten, zich uit hare strikken te redden; en zich te wenden 57na die, welken een eerlyk en heilig einde hebben. Dit word bevestigd 58door de ondervinding; want die, de welke de liefde weinig of niet 59kennen, als ook de onwetendsten, zyn daar aan het meest onderworpen. 60Voeg hier by, dat niets het verstand soo beschaafd, en bekwaam maakt 61dan het lezen van goede Romans. Het zyn stomme Leermeesters, die 62op de Leermeesters der Schoolen volgen, en die op een veel leersamer 63en overtuigender wyse leeren spreken en leven; en waar van men kan 64zeggen: 't geen Horatius van de Iliaden van Homerus segt: dat zy 65de zedeleer veel sterker en beter, dan de bekwaamste wysgeeren leeren. 66De Heer d'Urfé, was de eerste die haar uit de onbeschaafdheid trok, 67en in zyne onvergelyklyke Astréa, haar regels voorschreef; een werk 68dat naaulyks verbetert kan worden. Hy ontnam echter den moed niet 69den genen, die na hem kwamen te ondernemen het geen hy had 70ondernomen. 71Men heeft met verwondering een Juffer, so vermaard door hare 72zedigheid, als verdiensten, werken van dit soort, niet minder fraay, 73dan de Astrea van den Heer d'Urfé zien onder een bedekten naam 74in 't licht geven, zich zelf den roem daar van ontrekkende, en geen 75belooning dan in haar eige deugd zoekende. 76Wy spreken van de geestige Juffrouw Scudery, welke ons den Doorluchten 77Bassa, den groten Cyrus, en Clelie heeft gegeven. De Schryver 78van dit Werk is de Heer Calprenede, Edelman van Perigord, en een | |
[pagina 95]
| |
79der fraayste verstanden, welken Vrankryk ooit heeft gehad. Al wat 80keruig en geestig kan gezegt worden, vind men in zyne Cleopatra. 81't Is een Meesterstuk, dat alle andere Romans overtreft. Zyn eerste 82Werk, dat hy heeft geschreven, was Silvander. Naderhand schreef hy 83dit werk, benevens de Roman van Cassandra, en een gedeelte van 84Pharamond. Boileau beschuldigd hem, dat hy zich zelf in de Helden 85zyner Romans afschilderde. Zie hier zyne woorden:
Tout à l'humeur Gasconne en un Auteur Gascon,
Calprenede et Juba parlent du même ton.
95Art Poëtique Chant. III.
Der Gascons aard straalt door in dees Gasconsen Schryver;
Calprened en Juba zyn met gelyken yver
En trotsheyd aangedaan, in 't spreken.....
[Enkele afsluitende opmerkingen over de druk en de vertaling]. |
|