1687 [Oorlogdaaden en minneryen van den graaf Emerik Tekely]
[J. de Préchac]. Oorlogdaaden en minneryen van den graaf Emerik Tekely. Amsterdam, Timotheus ten Hoorn, 1687. uba 1056 D 47.
Aan den leezer.
1De gevallen van den Graaf Emerik Tekely hebben zo veel geruchts
2in de wereld gemaakt, dat ze noch dagelijks overal tot materie van
3onderhoud dienen: doch dewijl het Gemeen meestentijd niet al te net
4van de zaaken onderrecht is, en dat het doorgaans op zeer losse gronden
5redeneert, waar uit dan merkelyke dwaalingen omtrent deze en geene
6zaaken komen t'ontstaan, hebben wy het raadsaam geoordeeld dit klein
7Historytje van eenigen zyner voornaamste gevallen aan den dag te
8geeven. De Leezer zal mogelijk verwonderd wezen, dat hy hier ook
9de Minneryen van den gemelden Graaf in vind, en niet buiten reden,
10dewijl dusdanige dingen zo ruchtbaar niet en worden: maar gelijk ons
11zeer getrouwe Memorien daar af ter hand waren gesteld, en dat wy
12weeten dat veele lieden de veranderingen van deze natuur niet ongaarne
13ontmoeten, hebben wy ook de zelven hier in willen voegen, te meer
14dewijl ze betrekking tot zijn voornaamste daaden hebben, en dat 'er
15groote verlichtingen uit gehaald konnen worden omtrent zaaken, daar
16men zonder dat geen behoorlijk begrip uit kan krygen. 't Is waar,
17dat wy ons hier in een weinigje van onze vinding hebben moeten dienen:
18maar ver van dat dit de Historie sou konnen bederven, zullen de geenen,
19die maar de minste kennis van de wereldsche zaaken hebben, wel zien,
20dat alle de daaden waarachtig sijn, en dat wy 'er niets van het onze
21hebben bygevoegd dan voor zo veel de materie der galantery betreft.
22Vaart wel, en verwacht in 't kort iets anders van een aangenaamen
23inhoud.