Nawoord: objectieve beredenering
Eerlijk is eerlijk, als Limburgse fanaat van Rowwen Hèze geniet en voel ik met deze karakterisering van teksten van de band uit the Saus wellicht net wat meer mee dan toegestaan is bij het maken van een zo objectief mogelijke onderbouwing. Afstand bewaren was een problematische en onaangename besogne tijdens het schrijven over liedteksten die al zo’n 24 jaar door de huiskamer galmen en die ik al menigmaal onder het genot van de nodige pilseners ter analyse heb voorgelegd aan vrienden.
Een element dat een objectieve redenering voor vaststelling van de ‘meest treffende’ teksten in de weg stond, was simpelweg ook de muziek. Al zou je de teksten niet verstaan, dan word je nog meegesleept door de voltallige band op de speciale muziek. Graag zou ik Maria dan ook genomineerd hebben, simpelweg omdat die melodie me gewoon raakt, maar dat zou met het hier vooropgezet doel mijn geloofwaardigheid niet ten goede komen. De dubbelzinnigheid van de zin die staat bij de boekkenmerken van Alles wat ik schreef van Jack Poels spreekt in dit opzicht boekdelen: ‘Voor MARIA zijn geen woorden.’ (Poels, 1998)
Het zou naïef zijn te denken dat alle fans het eens zijn met de door mij gemaakte keuzes. Gelukkig maar, want als luisteraar kun je gegrepen worden door een woord, een zin, een melodie, zelfs door een specifieke klankcombinatie en om tragische redenen kun je volschieten bij een lied, dat een ander koud laat. Zo vertelde schrijver Ralf Mohren mij ooit erg geraakt te zijn door Same met Ow, waar hij ook naar verwijst in zijn Afslag herberg de troost (Mohren, 2012), terwijl ik dit lied niet bij de favorieten reken. Op welke gronden moet je dan als eenling, ook maar een fan met een subjectieve beleving van de wereld om hem heen, een verzameling teksten kiezen die gelden als beste, meest typerende, treffende, literaire uit het oeuvre van Rowwen Hèze? Hopelijk heb ik dat een beetje kunnen onderbouwen. Ik was in ieder geval dankbaar dat ik het in al die jaren opgekropt genot mocht tentoonstellen.
Mijn vriend Jochem Bertens, aan wie Rowwen Hèze troost bood na het overlijden van zijn moeder, wil ik bedanken voor inspiratie, net als mijn collega’s Nederlands van Fontys Sittard. Lou Spronck ben ik zeer erkentelijk voor zijn opbouwende en eerlijke feedback op mijn tekst. En grote dank natuurlijk aan mijn geduldige vrouw Nicole, en haar vader Lambert, bij wie ‘weej dichter zouden willen zien’.
Ik hoop dat de lezer van deze anthologie bij een bezoek aan Rowwen Hèze niet alleen nog drinkt, maar ook klapt. En mocht de band ooit stoppen, dan is de pijn verzacht door Rowwen Hèze zelf. Immers, soms is het beter iets moois te verliezen, beter verliezen dan dat je het nooit hebt gehad.
Bedankt, mannen, voor dertig jaar elke dag een beetje vieren,
Tim Neutelings