Hotel Houdoe
Vul te vroeg wakker in dit deur hotel
en ik vroag meej af of ik ow bel
of 't wat oetmakt dat ik ow spreak
want hoe dan ok ik zit heer nog 'n weak
in de kamer wuurd 't langzaam licht
ok in 'n deur hotel goan de gordiene neet dicht
de gordiene neet dicht, de raame neet oap
en vur de verde kier val ik met ow in sloap
de ganse nacht wil ik nar ow toe
weg oet dit nest, hotel houdoe
ik zij allemoal minse op de stroat
alles het heer 'n andere moat
slappe koffie, super omelet
'n ienpersoens kamer met 'n dubbel bed
bij de cola kan niks mier beej
d'r is mar ien ding Amerikaans an meej
ik denk dat ik meej vanoavend moei
tot an de rand toe vol met Corona goej
dan drink ik meej nar ow toe
weg oet dit nest, hotel houdoe
kom heer nou toch gauw bij meej
werde geej de vrouw van meej, heej, heej
net niks te zeen seks op pay tv
en bij elk nij standje bin ik wir allien
ze kreune hard en goan op en neer
't is net zo gespeuld als alles heer
en mergevroeg vroage weej bij 't ontbijt
met welke film hebbe ze ow vannacht geneid
en ik vrij meej nar ow toe
weg oet dit nest, hotel houdoe
ik huur stemme op de gang
droeme deure heer ni lang
de ganse nacht wil ik nar ow toe
weg oet dit nest, hotel houdoe
(Poels, CD: Vandaag, Hans Kusters Music 2000)
Deze derde ode aan de geliefde, ontworpen vanuit een komische situatie op een eigenaardige plek, die uitvergroot wordt en uiteindelijk dan weer in het teken van de liefde komt te staan, onderstreept het talent van Poels om ruimte en situatie te gebruiken ten behoeve van een uit te dragen liefdesboodschap.
Een duur hotel in Amerika. De overdreven uitweidingen en absurditeiten van het hotel geven al een komisch effect en worden afgewisseld met reisverslagachtige beschrijvingen van Amerika: ‘alles het heer 'n andere moat, slappe koffie, super omelet, 'n ienpersoens kamer met 'n dubbel bed, bij de cola kan niks mier beej‘, ‘ze kreune hard en goan op en neer, 't is net zo gespeuld als alles heer’. En net als deze uitgebreide sfeertekeningen de inhoud van het gedicht lijken te bepalen, wordt de overgang geschetst naar de liefde, die dan toch weer het thema blijkt te zijn. Vanuit de negatieve omschrijving van Amerika volgen de komische overgangszinnen van iemand uit America: ‘d'r is mar ien ding Amerikaans an meej. Ik denk dat ik meej vanoavend moei tot an de rand toe vol met Corona goej’. En met deze Americaans-Rowwen Hèzische visie drinkt de ‘ik’ zich naar haar toe. Ditzelfde humoristische procédé wordt herhaald vanuit de pornofilms in de hotelkamer tot de ‘ik’ die zich naar zijn geliefde vrijt.
En net als in Wakker were begint het gedicht vanuit een droom en eindigt het met het werkelijke wakker worden. Blijkbaar leeft de dichter Poels vaker tussen droom en werkelijkheid; met name als hij in een kolderieke bui verkeert.