6 Tenslotte
Mijn beleid heeft twee hoofdpunten. Ten eerste, het populairder maken van het beste aanbod in de kunsten en het erfgoed. Daarvoor zijn cultureel ondernemerschap en een nieuw en ander publieksbereik onontbeerlijk. Ten tweede, het beter maken van wat populair is. Aangrijpingspunten zijn radio en televisie en ook de jongerencultuur. Het is geen goede zaak dat de commercie bij de bepaling van waarden overheerst, want dat leidt tot vervlakking en verschraling van het culturele leven. Een rijk cultureel leven biedt een noodzakelijk en wenselijk tegenwicht aan verzakelijking, economisering en commercialisering van de samenleving in een tijdperk van mondialisering en digitalisering. Het eigen culturele gezicht van een land wordt niet alleen bepaald door een sterke culturele audiovisuele sector, maar ook door een bloeiend kunstklimaat en een rijk cultureel erfgoed. Daarom moeten meer kunstenaars een reële kans krijgen om zich artistiek te uiten, verder te ontwikkelen en zo mogelijk meer en ander publiek voor hun artistieke ambities te werven. Het is dus cruciaal dat kansen worden geboden om vanuit de culturele invalshoek beter invulling te geven aan wat waarde heeft. Alles van waarde wordt niet bepaald door deskundigen, niet door publieksvoorkeuren, maar is het resultaat van een botsing van ideeën, opvattingen en tradities.
Tot zover deze uitgangspunten als opmaat voor de volgende cultuurnotaperiode. Uitgangspunten die geen dictaat willen opleggen, maar reacties willen uitlokken die zullen bijdragen aan de kwaliteit van de uiteindelijke cultuurnota. Reacties van