5 Over de rechtvaardiging van het onderzoeksplan
Ik ben aan het eind gekomen van mijn uiteenzetting over een nieuw onderzoeksplan. Ik heb daarin doelstelling, methodologische problemen en materiaalkeuzen besproken, aan de hand van een reeks voorbeelden. Tot slot heb ik enkele lijnen getrokken, die niet meer dan een schets van een eerste reconstructie representeren van de functie die Van der Noots fonds heeft in het Brussel van het eerste kwart van de 16de eeuw. Die schets moet u in potloodlijnen denken, zodat er nog goed in gegumd kan worden, terwijl niet uitgesloten is dat we op den duur beter op een nieuw wit vel kunnen beginnen.
Het ambitieuze van het plan ligt in de breedte van de doelstelling en in de noodzakelijke interdisciplinariteit om aan die doelstelling te kunnen voldoen. Daarbij heb ik gepoogd om die ambitie te temperen door te wijzen op de bescheiden status waarop de resultaten van het historisch-letterkundig onderzoek mijns inziens aanspraak kunnen maken. Het levert reconstructies op, die van nature wankel zijn, al was het alleen maar omdat we, zeker voor deze periode, zoveel essentiële gegevens moeten missen.
Maar evenzeer hoop ik de waarde en de noodzaak van zulke reconstructies met enige overtuigingskracht bepleit te hebben. Dat brengt mij op een laatste punt, dat ik niet zonder enig badineren onder uw ogen kan brengen. Hoewel de beoefening van de middelnederlandse letterkunde - waartoe ik mijn onderzoek in engere zin gemakshalve reken - sinds de zestiger jaren een manifeste bloei doormaakt, worden er weinig of geen studies opgeleverd die een synthetisch, algemeen literair-historisch karakter hebben. De kwaliteit en de bloei tonen zich in studies rond een bepaalde tekst, waarbij niet zelden een bijzondere aandacht voor filologische, rethoricale en bewerkingstechnische aspecten overweegt. Dat levert zeker belangwekkend nieuw inzicht op, dank zij de nieuwe technieken en methoden die men weet te hanteren.
Nu meen ik het gevaar te bespeuren dat het noteren van dit belangwekkende zich steeds meer tot een kring van specialisten gaat beperken, sterker nog, tot engere kringen van subspecialis-