Vooraf
Deze bundel gaat over de vraag, of het mogelijk is en zinvol om een specifieke stadsliteratuur te onderscheiden binnen het raam van de Middelnederlandse letterkunde. Ook komt ter sprake of er voldoende gronden zijn om in deze literatuur (of in andere teksten) een even eigen als herkenbare burgermoraal aan te wijzen. Kenmerken en ontwikkelingen worden in de volgende zeventien bijdragen uitvoerig en gevarieerd naar voren gebracht. Daaraan vooraf gaat een inleiding, waarin gepoogd wordt om enige orde te scheppen en de voornaamste observatie- en discussiepunten aan te reiken.
Het geheel vormt het resultaat van een landelijke werkgroep, georganiseerd in het kader van het project ‘Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen’ (coördinator F.P. van Oostrom) en begeleid door ondergetekende. De meeste deelnemers - auteurs van de artikelen - zijn specialisten op het gebied van de (laat)middeleeuwse letterkunde, aangevuld met een renaissance-letterkundige, een mediëvist-historicus en een mediëvist-kunsthistoricus.
Gedurende de eerste helft van 1990 hebben zij aan de hand van een discussiestuk en een groot aantal literaire teksten de uitgangspunten beproefd van de concepten stadsliteratuur en burgermoraal. Dat deden ze op belofte van profijt, in die zin dat alle deelnemers de verwachting koesterden dat dergelijke concepten vruchtbaar moesten zijn. Die overtuiging is gebleven, en zelfs in menig opzicht verrijkt met nieuw inzicht en materiaal.
Daarmee is het huis van stadsliteratuur en burgermoraal in de late middeleeuwen bewoonbaar gebleken, al wemelt het nog van de duistere hoeken. Hopelijk ligt daarin de scherpste uitdaging om zich nader te bezinnen op de literaire grondslagen van een beginnende stadscultuur, die zo bepalend geweest is voor de verdere ontwikkeling van de Lage Landen.
Herman Pleij