Dordrechts lijstertje(1624)–Abraham Aertsz. Plater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio ††ijv] [fol. ††ijv] Klinck-vers. Toont willigh doch u gonst Calliop' Rijm-goddinne, Met u Ghesusters nu verbreyd den loff op't meest, Van't Lijstertjes ghesang, dat door den vluggen geest Van Plater nu int licht gebracht is, soet uyt minne. Soo u niet is te recht het boertigh na u sinne, Nochtans leerlick, ja dat den droeven Geest verlicht, Gaet daerom niet voerby des Poëets vloeyend' dicht Maer 'tgeest'lijck oversiet, tot uwes ziels ghewinne. D'aendachte met aendacht en rijpe zinne leest, Op datmen aen u doen sie wat ghy sijt gheweest: Want 'tghene datmen is, moet men tot beter dwinghen Leest dan des' Rijmers Dicht, die u Reyn liefd' betoont, Wiens hooft en werck is weerd' met Lauwer groen becroont Ia dat sijn faem omhoogh mach door de wolcken dringen. Ick wacht een beter. Vorige Volgende