Evangelische leeuwerck deel 4 en 5
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Het viel een Hemels douwe. Wilielmus van Nassauwe.Germanus Heyl'ge Vader,
En Bisschop van Parijs:
Bidt voor ons alle gader
Uyt 's hemels Paradijs.
Die, door u stichtbaer
| |
[pagina 62]
| |
leven,
Tot alle deughtsaemheyt,
Exempel hebt gegeven,
Sterckt ons ter saligheydt.
Ghy gaeft meest al den Armen
Wat u Godt had verleent:
En deedt hem dan ontfarmen
Weer over u gemeent; Als ghy, met liefde teder,
Hem maer eens aen en badt,
Kreeght door mirakel weder,
Wat ghy gegeven hadt.Als
De Krancke zijn genesen Door u devoot gebedt:
De Doode weer verresen: De Tovery belet.
Wie van u wat kon raecken,
Genesen was terstondt.
Uw' Brieven konden maecken
De siecken weer gesont.Wie
Ghy hadt oock derenisse Met de Gevangen al,
Dus voor de vangenisse Badt gy Godt in dit dal:
Die door mirakel dede De deuren open slaen,
En de Gevangen mede
Los van hun banden gaen.Die
Vol deughden, en mirakels,
En oudt van jaren waert,
Als ghy Godts Tabernakels
Verkreegt voor dese aerd'. Stort voor ons u gebeden;
Dat wy wat milder maet Godt geven in sijn leden,
Dat hy ons doe genaed.Stort
|
|