Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: O mensch van Godt geschapen. Siet het musijck, 2. sondag van d' Advent.
ACh! Siet den Mensch, o Menschen!
Siet hem met volle wenschen!
Siet hier u Zalicheydt!
Hoe menich duysent wonden
Hy heeft, om uwe zonden!
Siet Hem tot meer bereyt.
Hoe
O Bruydt, siet uwen Coningh.
En laet toch uwe woning.
Vlucht tot hem in den Noodt.
De Vry-stadt, siet, is open.
| |
[pagina 277]
| |
Wilt tot sijn wonden loopen.
Ghy vry sult zijn van doodt.
De
Siet 't Aensicht tot u keeren:
Hy toont sijn Bruylofts kleeren,
Met 't Coninklick cieraet.
Uyt min van u persoone,
Wort hy gestelt ten toone,
Een ooge op Hem slaet.
Uyt
O Bruydegom vol smerten!
Ick kom', on-reyn van herten:
My wasch' u suyver Bloedt.
Uw' Wonden my verbergen;
Dat geen Vyandt komt tergen:
Geeft my het euwigh goedt.
Uw'
|
|