Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker–
Auteursrechtvrij
[pagina 192]
| |
Wijse: Canite, Psallite. Een seecker oogemerck,
En teecken van Godts Kerck,
Schijnt uyt in boet en deughden-werck.
Want die sijn sonden boet,
En Christe-wercken doet,
Maeckt sich bequaem
tot 't eeuwigh goed.
Het Christus in sijn Kerck gestelt,
Onder sijn uytverkooren telt.
Want hy self recht op, in dit dal,
Door Kruys en Deugden,
Door Kruys en Deug-
| |
[pagina 193]
| |
 den,
Door Kruys en Deugden, Adams val.
Oock die van Ninivee,
Ontgingen Jonas wee,
Door boet, en deughdens wercken me'e, Ga naar voetnoot+
Maria Magdeleen
En Petrus door geween; Ga naar voetnoot+
Soo hebben schult en straf verbe'en. Ga naar voetnoot+
Dit hebben duysent meer gedaen,
Die naer den Val zijn opgestaen.
"Altijt de deur van Godts genaed
"Voor alle Sondaers ://: ://: ://: open staet.
Dit
Des Hemels Opper-Heer
Is vry als Jonas meer:
Volgt dan sijn Wijsheyt, en sijn leer;
Der Suyder Coningin
Geeft hier exempel in,
Reysende met een leersaem sin; Ga naar voetnoot+
Sy is gaen hooren Saal'mons Woort, Ga naar voetnoot+
Dat wijsheyt brocht'
en deugden voort;
Maer Christus Saal'mon overtreft,
Sijn hemels Leeringh ://: ://: ://: dan verheft.
Der
Hier in hy stelt 't Geloof,
(Dat maeckt dien duyvel doof,
En doet de Helle zielen roof;)
Wie doet Boetveerdigheyt,
En deugdigh leven leydt,
Is in de Kerck der Zaligheyt.
De Gloriose, na versterf
Hem in den Hemel wacht voor erf.
"Die met de wijse Maeghden waeckt, Ga naar voetnoot+
"In boet, en deugden ://: ://: ://: daer geraeckt.
De
|