Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker–
Auteursrechtvrij
[pagina 186]
| |
Wijse: Blijdtschap van my vliedt. Dert het groene hout Satan soo bewegen,
Wat moet 't dorre Wout Hem niet stellen tegen.
Godts Soon hy bevecht Door 't misbruyck van spijsen:
Christus 't wederleght Met Schriftuers bewijsen.
't Broodt alleen niet heeft,
Daer den Mensch by leeft,
Maer Godts Woordt oock voedtsel geeft.
Strijdt oock in 't Geloove,
Met de hulp van boven,
| |
[pagina 187]
| |
 Ghy voor Satan niet en beeft.
Als om hoogh ten toon
Satan terghde weder: Ga naar voetnoot+
U, zijt ghy Godts Soon,
Werpt van boven neder:
d' Engels in bewaer
Zijn u in u wegen, Ga naar voetnoot+
Dat ghy in 't gevaer
Nergens blijft verlegen.
Christus wederleyt,
De Schrifture seyt:
Niet tenteert Godts Majesteyt.
"Die sijn self kan bergen
En moet Godt niet tergen:
Dit is een vermetentheyt.
Christus.
Satan met nieuw moet,
Arger als te vooren,
Met al 'swerelts goedt
Komt sijn Heer bekooren.
Hy seyd' hem: al dit
Sal ick aen u geven, Ga naar voetnoot+
Knielt maer, en aenbidt
Eenmael my in 't leven.
Gaet, sprack Christus, heen
Satan: anders geen
Dan Godt bidt en dient alleen: Ga naar voetnoot+
"Niemant kan overtreden
"Moet der Schriftuers reden.
Satan doen als roock verdween. Ga naar voetnoot+
Gaet
d' Engels dan den Heer
Quamen geven glori,
En veel lofs ter eer,
Over dees victori.
Als u oock tot roof
Komt de Hel tenteeren,
Godts Woordt en 't Geloof
Doen u overheeren.
Soo ghy wett'lick strijdt,
Satan van u bijt,
Sult gekroont zijn voor altijdt. Ga naar voetnoot+
Godts hulp en sijn zegen,
Sterckt u in u wegen. Ga naar voetnoot+
Wilt ghy, ghy verwinner zijt.
Soo
|