Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Eerste Carilée.G' lijck een Schip In zee doorbreeckt de baren,
Soo wil Christus dat sijn Kerck.
's Werelts klip En rots sal over-
| |
[pagina 184]
| |
varen,
En in strijdt behouden 't perck.
Dus poeft de sijne hier
Op die manier,
Als 't goud gesuyvert word in 't vyer.
Soo 't is te mercken
Aen d' Apost'le Schaer,
Hoe datse wercken
in tempeests gevaer,
Elck spoeyt en roeyt,
Byna tot in de dood,
Als in nood
Jesus quam en hulpe bood.
Godt zy danck Die niemant en laet lijden
Boven menschelijcke kracht; Ga naar voetnoot+
Noch seer lanck En laet de sijne strijden,
Maer biedt hulpe onverwacht: Ga naar voetnoot+
Dat geen van al beswijck De baene wijck,
Of voor sijns zielen vyant strijck;
"Die maer betrouwen
"Op Godts onderstandt, Ga naar voetnoot+
"Strax, in 't benouwen Krygen overhandt.
| |
[pagina 185]
| |
"Want meer Den Heer,
"In 't hert ons heeft gesint,
"En bemindt
"Als oyt moeder doet haer kint. Ga naar voetnoot+
Die
Dus als hy noch was in 't sterflijck wesen,
Heeft hem yeder opgesocht. Ga naar voetnoot+
En seer vry Haer kranck', om te genesen,
Oock in bidden toe gebrocht:
Die hy al inder stondt
Van pijn en wond',
En sieckte, maeckte weer gesondt.
Wie van sijn kleeren
Maer geraeckte yet, Ga naar voetnoot+
De kracht des Heeren
Nam wegh sijn verdriet,
En waer Dat maer
Dit Goddelijcke Lam
By en quam,
Yder een sijn hulp vernam.
Wie
Schoon hy sit Daer boven in sijn glori, Ga naar voetnoot+
Nu noch met sijn Kercke strijdt, Ga naar voetnoot+
Soo gy bidt Om hulpe tot victori,
Gy terstont verwinner zijt.
"Wie door 't Geloof hem raeckt,
"Als liefde blaeckt, Ga naar voetnoot+
"Wordt na de ziel gesont gemaeckt;
"En hoe sy swaerder
Stormen onderstaet,
"Hoe hy is naerder
Tot u hulp en baet.
Gy lijdt Wat tijdt,
Dat gy u' sonden boet, Ga naar voetnoot+
Godt dit doet
Om te geven meerder goet.
En
|