Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |
Wijse: O Schepper fier. De noten, Saterdag na de 4. Sondag in de Vasten
O Edel mensch,
Geschapen met veel gaven,
Om in 's hemels haven
Door deughden eens te gaen.
Dat is uw wensch, Dat ghy hier als de Slaven,
Niet en doet als draven In 's werelts ydel baen?
En niet denckt, dat ghy sult geven
Rekenschap van heel u leven?
Soo men heden siet,
Dat in Godts Woordt geschiedt.
En
Een Rijcken man
Van sijn Rentmeester giste,
Dat hy 't goedt verquiste:
Dus vraeghd hem rekeningh.
Wat sult ghy dan Beginnen? of wat liste
Bruycken voor het wiste,
In 't leste Rechts-gedingh?
Godt sal strenghlick ondervragen,
Hoe ghy hier hebt all' u dagen
In woordt, in gedacht
En wercken overbracht?
Godt
Volght hier dan naer
Dat Christus heeft gepresen,
Sijnde noch in 't wesen,
Doet met den Mammon deugt.
Maeckt hier en daer U vrienden uytgelesen
Welcke ghy na desen Om troost aenspreken meugt;
Want de Arme zijn Godts vrienden,
Die den Rijcken altijdt dienden
Tot hulp, en genaed,
Als hy had eenigh quaedt.
Want
|
|